STREEKDRACHT DE ARKE DE KLEREN VAN DE SCHOUWSE BOER ANNO 1828 werd alle kleding gemaakt van natuurlijke stoffen zoals katoen, linnen, wol en zijde. Het ondergoed is gemaakt van katoen of linnen, dat moet goed wasbaar zijn, zo ook het hemd van deze boer. Het hemd is voorzien van een opstaand boord, dat gebor duurd is en aan de bovenkant is voorzien van een soort picootjes, die als puntjes tegen de hals afsteken. Daarvan stamt ook de uitdrukking "Hij is tot in de puntjes gekleed." Aan de voorkant zitten in het hemdboord twee grote knoopsgaten voor de gouden hemdknopen. Dit zijn zoge naamde Zeeuwse knopen. Over het hemd komt de gekleurde hemdrok van zijde of sits. Deze wordt gesloten met zo'n twintig zilveren kno pen, in dit geval braamknopen (Zeeuwse knoop). Voor de verschillende hemd rokken worden steeds dezelfde zilveren knopen gebruikt. Aan de onderkant van de knoop zit een oog, dat door een gaatje in de stof wordt gestoken. Aan de achterkant worden alle kno pen door een koord verbon den. Maakt men het koord los, dan komen alle knopen vrij. Klaar voor gebruik in een andere hemdrok. Het kostuum zelf bestaat uit een korte jas en een kuitbroek. Hiervoor wordt een wollen stof gebruikt in gedekte kleuren. De kuitbroek wordt gesloten met twee zilveren broeksknopen. Deze knopen dragen de afbeel ding van een schip met de spreuk: 'Nederlands Welvaren'. De broek is een klepbroek, want een gulp is nog niet gebruikelijk. De klep wordt geslo ten met twee kleine zilveren knopen bijvoorbeeld gemaakt van munten of met gewone knopen. In de band van de broek is een kleine zak gemaakt Foto W.M. Mol Het hierbij afgebeelde kostuum is een kopie van de dracht, zoals die door H. Greeven naar het leven is getekend. Hij tekende ook de dracht van de vrouw op Schouwen, maar daar vertel ik later nog wel eens over. Volgens Greeven was de dracht op Schouwen in die tijd wat gemakkelij ker en vrijer en daardoor wat eleganter dan de kostuums op de andere Zeeuwse eilanden. In 1828 was er op Schouwen een redelijke wel vaart als gevolg van de meekrapteelt en dat kun je aan het kostuum van de man toch wel zien. Synthetische stoffen kende men nog niet, dus 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1999 | | pagina 20