UUT DE PEPIEREN en dat was hier natuurlijk wel voorhanden. Voor de bovenmuts had De Arke gelukkig nog wat kant en tule van mutsen die deels versleten waren. Omdat dit mutsje véél kleiner is dan de latere, kon het met veel passen en meten toch gemaakt worden. Nu nog iets over de sieraden. De grote bloed koralen kwamen uit familiebezit en de goudsmid zorgde voor een gouden kapittelstokje als slui ting. Voor de krullen konden we gebruik maken van een oud model uit een verzameling. Deze krullen hadden slechts drie windingen en waren erg klein. Ze zaten veel lager in de muts gespeld dan later gebruikelijk was, ongeveer op mond- hoogte, zoals u op de foto kunt zien. Voor de schoengespen slaagden we bij een andere goud smid. Eveneens uit familiebezit was een oud, erg versleten kralenbeursje. Een kralenbreister uit Zierikzee breide het opnieuw en zette het aan een zilveren beugeltje, zodat het weer jaren mee kan. Het meest opvallende aan dit kostuum is dat alle onderdelen, behalve de schoenen, gekleurd zijn, waardoor het een erg vrolijke uitstraling heeft. Dit in tegenstelling tot de latere Schouwse vrou wendracht, die hoofdzakelijk zwart was. Dit kostuum werd voor het eerst getoond in 1999 op de Vlasdag in Dreischor, in het Streek- en Landbouwmuseum Goemanszorg waar de foto's bij deze bijdrage zijn gemaakt. S. Mol - Kleinepier ARCHIEFBRONNEN OVER HET DAGELIJKS LEVEN OP SCHOUWEN-DUIVELAND In de vroege morgen van de 12de oktober 1782 "bij donkere maan" was een groepje jongelie den uit Bommenede en Zonnemaire naar de Zonnemairse later onder de naam Dorpszicht bekend staande hofstede van Huybregt de Voogd gegaan, "alles tot betoog ener in die streek altoos gebruikelijke réjouissance" traditionele viering). Ter ere van de daags tevoren onder trouwde Adriaantje Zeeman (stiefdochter van laatstgenoemde) en Jan Hoekman, werden in de stilte van de vroege morgen snaphanen en pisto len afgevuurd. Onder de mannen bevonden zich de broers Pieter en Cornelis van Endhoven, Jacob Govertsz. Schraver en Olivier van Nieuwenhuisen. Toen Pieter in het aardedonker nog met zijn met kruit en een papieren prop geladen pistool een laatste schot had gelost, zag hij aan "eenige vliegende sprankelen" dat hij iets of iemand had geraakt. Zeer verschrokken, moest hij vaststellen dat hij ongelukkigerwijze Jacob had gedood. Echter, daar opzet niet in het spel kon zijn geweest, heeft "den bedrukten vader" Govert Schraver, meestermetselaar te Zonnemaire, door middel van een notariële verklaring getracht vervolging van schutter Pieter van Endhoven te voorkomen. Betreffende akte zal ertoe hebben bijgedragen, dat Pieter in december van dat jaar door de Staten van Zeeland werd ontslagen van rechtsvervolging. De droeve gebeurtenis moet een schaduw hebben geworpen over het trouwplan van de verloofden, waarbij de jongens alleen maar op feestelijke wijze hadden willen stilstaan (Jacob was een broer van de bekende ingenieur Andries Schraver (1754-1827)) De door Gillis Adriaansz. Herkesteyn in 1752 gemaakte regels voor het gedrag in de schoen- makers- en schoenlapperswinkels, tonen aan waaraan in deze werkplaatsen zoal aanstoot kon worden genomen. Op het gebruik van de woor den "donder of blicksen" staat een boete van 4 groten. Als een knecht bij het licht van een kaars zit te werken en een 'vreemde' steekt met de kaarsvlam zijn pijp aan, moet deze toestemming hebben van de knecht. Indien de pijproker zon der toestemming gebruik maakt van de kaars, wordt de knecht beboet met de betaling van een 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2000 | | pagina 24