Hij deelt mee dat het aanbrengen van een graf
monument in de Nieuwe Kerk tot de forse ver
mindering van dit bedrag heeft geleid. De balans
per 31 december 1999 van de Redactiecommissie
van het jaarboekje van de Vereniging, de Kroniek
van het Land van de Zeemeermin, geeft geen
aanleiding tot opmerkingen. Daarop wordt aan
de penningmeester decharge verleend.
Gevraagd wordt welke leden bereid zijn om dit
jaar (als lid en plaatsvervangend lid) de boeken
van de penningmeester te controleren. De heren
Beyer te Nieuwerkerk en Van Leeuwen te
Zierikzee verklaren daartoe bereid te zijn.
Ter benoeming in het bestuur worden voorge
dragen de leden drs. J. Chr. Erbrink te
Nieuwerkerk en H. L. Hillebrand te Zonnemaire,
ter vervulling van de vacatures Doeleman en
Romeijn. De aanwezige leden geven blijk van
instemming en de heer Hillebrand neemt plaats
aan de bestuurstafel (de heer Erbrink is nog niet
aanwezig).
De voorzitter staat stil bij het afscheid van
bestuurslid de heer M. K. Romeijn. Hij herinnert
aan de spanningen tijdens het vele werk ten
behoeve van de vestiging van het Streek- en
Landbouwmuseum Goemanszorg te Dreischor,
waarin Romeijn een belangrijke rol als interme
diair heeft gespeeld. Met het wegvallen van zijn
vriendelijke, energieke en creatieve persoon uit
het bestuur wordt een verarming gevreesd.
Uit waardering voor zijn bijdragen wordt hem
een werk van kunstenares en medebestuurslid
Eggink - Du Burck aangeboden, dat de titel
'Bezig op Schouwen-Duiveland' draagt. Romeijn
zegt dank voor de tot hem gesproken woorden
en het geschenk. Hij merkt op dat hij het leden
tal van Stad en Lande heeft zien groeien tijdens
zijn bestuurslidmaatschap. Door het veranderen
van de tijd moest de Vereniging en bepaald de
Commissie Planologie waarvan hij deel uitmaakt,
steeds meer alert worden en ter zake kundig
zijn. Van deze commissie zal naar verwachting
steeds meer worden verwacht. Hij hoopt nog
jaren getuige te kunnen zijn van groei en bloei
van de Vereniging.
Bij de rondvraag vraagt de heer Van Sloten uit
Zierikzee of het bestuur iets heeft ondernomen
in het kader van de actie van de heer Den Boer
tegen de bouw van het gemeentehuis nabij de
stadsgracht. De voorzitter antwoordt dat het
bestuur regelmatig contact heeft met het
dagelijks bestuur van de gemeente Schouwen-
Duiveland, en daarom geen noodzaak ziet om
gevolg te geven aan Den Boers oproep om
persoonlijk contact op te nemen met raadsleden.
Genoemde mevrouw Bakker te Zierikzee maakt
een kanttekening bij het bouwplan
Gemeentehuis Schouwen-Duiveland. Zij deelt
verder mee dat zij in verband met de vermelde
actie telefonisch contact heeft gehad met
raadslid Van der Veer, fractievoorzitter van D66.
Zij heeft deze het door de Vereniging gepubli
ceerde boekje over kleine monumenten in de
streek geschonken, na hem opmerkzaam te
hebben gemaakt op de makelaars die een van de
afgebroken houten schuren op het terrein van
het toekomstige gemeentehuis hebben gesierd.
Bestuurslid Vleugel verzoekt de leden om zich
aan te melden als lid van de Commissie Kleine
Monumenten. Gememoreerd wordt dat het
deze Commissie was, die het zoeven genoemde
boekje samenstelde.
Bestuurslid Van Loo treedt vervolgens op als vice-
voorzitter, om de vertrekkende voorzitter toe te
spreken. Hij deelt mee dat de heer H. Doeleman
Hzn. in 1984 het bestuur kwam versterken als
tweede penningmeester. Gedurende alle jaren
bestuurslidmaatschap stond voor hem het
behoud van 'het schoon' van de streek op de
eerste plaats. In de kringen van bestuursleden
en oud-bestuursleden heeft hij veel vrienden
gekregen. Vanwege zijn vasthoudendheid
vergeleek een journalist hem deze week in de
Provinciale Zeeuwse Courant met een pitt-bull.
Volgens de waarnemend voorzitter bestaat er
meer reden om hem te vergelijken met zijn eigen
hond, behorend tot het ras Basset blue de
Gascogne dat bekend staat om waakzaam
gedrag. Ook aan hem wordt een werk van
Eggink aangeboden: een ongetitelde etscollage.
Voorzitter Doeleman spreekt zijn dank uit voor
de woorden aan zijn adres en merkt op dat hij
ruimte wil scheppen voor "nieuw elan". De naam
van zijn opvolger kan hij nog niet noemen. Deze
zal het bestuur uit zijn midden kiezen.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit hij de verga
dering en attendeert op een na de pauze te hou
den lezing over Zeeuwse boerenerven.
10