beetje molenaar wil zijn, vonden ze, moet dat
van huis uit mee hebben gekregen. En aangezien
mijn vader geen molenaar was, zou het met mij
wel nooit wat worden", voegt hij gekscherend
toe. Hij wist het molenaarsvak toch onder de
knie te krijgen. Alleen bleek het runnen van een
molenaarsbedrijf niet zo gemakkelijk als gedacht.
"Je moest bij de bakkers bijna bedelen om je
waar kwijt te kunnen. Dat vond ik niets."
Naar voorbeeld van een klein aantal andere
molenaars elders in Nederland, begon het echt
paar Landegent in 1978 als eerste in Zeeland een
pannenkoekenhuis bij hun molen. Op de plaats
waar eerder een varkenshok stond, verrees een
restaurantgebouw, waarvan oud-molenaar W. D.
Dijkman destijds de eerste steen legde. Klandizie
had Landegent vanaf het eerste begin. Kennis
van zaken rond het fenomeen pannenkoeken
bakken eigenlijk niet: "Bij de opening zou er een
groep van veertig man komen. Twee uur daar
voor ben ik eens gaan kijken of ik eigenlijk wel
een pannenkoek kon bakken. Dat viel nog tegen,
maar het is later gelukkig allemaal goed gekomen."
Het tarwevolkoren meel waarmee Landegent
zijn pannenkoeken bakt, maalt hij meestal zelf.
"Als ik om wat voor reden dan ook niet zelf kan
draaien, haal ik het bij een collega-molenaar. In
totaal draai ik zo'n ton of tien tarwe per seizoen,
waarvan we ook een deel verkopen in ons win
keltje." Dat winkeltje staat naast de molen, die
trouwens open staat voor bezichtiging in de
vorm van een rondleiding. In het aangrenzende
winkeltje is niet alleen eigen gemalen meel te
vinden, maar worden ook zaken verkocht zoals
bijvoorbeeld bouwplaten van molens, miniatuur
tjes, Zeeuwse ambachtelijk gemaakte producten
als jam en honing, het Zeeuwse 'schortegoed' en
producten van Unicef. In de tuin bij het pannen
koekenhuis worden op kleine perceeltjes tien
gewassen van Zeeuwse bodem geteeld, varië
rend van meekrap tot vlas. Gewoon voor de
bezoekers als extra mini-attractie.
maken heeft, van schilderijen en ansichten tot
miniaturen. En niet te vergeten verse producten,
uitgestald bij de entree ter verzekering naar de
klanten toe. Een stijl waar de Landegents destijds
bewust voor hebben gekozen en die ze beslist
ook willen vasthouden: "Als je wilt kun je van
zo'n gelegenheid binnen de kortste keren een cir
cus maken. Wij willen echter het karakter van
het molenaarsbedrijf bewaren, de basis vasthou
den. Zo hebben we bijvoorbeeld het parkeerter
rein achter de molen verdiept aan laten leggen,
zodat het zicht op De Graanhalm niet wordt ver
pest. Als je zo werkt, verdien je dat terug. Je
bent gewoon exclusiever."
Wat zijn functies buiten het bedrijf betreft, zoekt
Landegent het eveneens veelal op de gebieden
van historie en ambachtelijke zaken. Zo is hij
bestuurslid van Streek- en Landbouwmuseum
Goemanszorg in Dreischor, zit hij in het bestuur
van de Burghse Dag en staat zijn bedrijf op de
lijst voor 'Kijkje op 't Erf'. Daarnaast maakt hij
deel uit van de adviesraad van de VVV
Schouwen-Duiveland.
Zijn speciale kijk op horecazaken bewoog Horeca
Nederland vorig jaar ertoe om Landegent tot
'Meest markante manager' uit te roepen. Dit jaar
volgde nog een prijs. De Vereniging Hollandse
Molen gaf hem een oorkonde voor promotie van
de molen in het algemeen.
Carolien de Vrieze
Het pannenkoekenhuis is inmiddels voor de laat
ste keer uitgebreid, wederom in een bepaalde
stijl. Geen plastic maar hout, echte kruisramen
etc., omlijst door alles wat maar met molens te
12