hem in 1990 terug naar Zeeland. Na zijn middel
bare schooltijd in Oostburg was Peter namelijk
naar Groningen getogen om er geschiedenis te
studeren. Hij studeerde af op de geschiedenis
van het platteland. Een baan aan de Groningse
universiteit volgde. Peter schreef zijn proefschrift
over de landbouwgeschiedenis van Groningen.
In dienst van de Universiteit Wageningen kwam
hij in 1990 dus terug naar Zeeland, waar hij in
opdracht van de Stichting Historisch Onderzoek
Zeeland aan het werk ging om de Zeeuwse land-
bouwgeschiedenis onder de loep te nemen. "Ze
ven jaar ben ik daar fulltime mee bezig geweest.
Van archief naar archief." Het resultaat in de
vorm van het boek komt wellicht wat cijfermatig
over, maar het is wel de manier om een goed
overzicht te krijgen. Overzichten van de tienden -
belasting op de oogst die de boer aan de tiend-
heffer moest afstaan- brachten veel gegevens
boven water. "Wie die tiendheffer was, bijvoor
beeld de kerk, de provincie of een patriciër, hoe
veel de opbrengst bedroeg en vooral ook wat er
op het land stond. Op een of andere manier is er
vanaf 1585 in Zeeland veel bewaard gebleven.
Zeker wat betreft Schouwen-Duiveland."
Dat heeft mede te maken met de stand van
zaken in de Middeleeuwen, toen veel tienden
naar de kerk gingen. Vaak direct na het noteren
van de tienden werden de gegevens naar het
archief van de Rekenkamer - een orgaan van het
gewestelijk bestuur - in Middelburg gebracht.
Peter kwam omslagen tegen die nadat de gege
vens erin waren opgeborgen, nooit meer door
iemand waren geopend. "Zoiets kom je in
Nederland eigenlijk niet meer tegen."
Archivarissen vonden het tot voor kort niet zo
interessant om gegevens over wat er op het land
stond te onderzoeken. Verder schrijft Peter het
ongeopend blijven ook toe aan gewoon toeval.
Paradoxaal noemt hij het feit dat Zeeland vanaf
1600 de hoogste graanopbrengst van heel
West-Europa kende, terwijl de gemiddelde
Zeeuw het slécht had. "Hij verdiende slecht en
ging vroeg dood." Qua welvaart liep dit gebied
achter bij de rest van Nederland. De heffingen
op de grond waren hier hoog. De provincie
vroeg veel. Oorlogen waren aan de orde van de
dag. En het geld om die te financieren moest de
armlastige provincie ergens vandaan halen. Ook
het waterschap was een grote heffer.
Daarnaast waren daar de eigenaren van de
grond, bijvoorbeeld boeren zelf die een flink deel
van de opbrengst opeisten en tiendheffers als
koopmannen. Kortom de grond was in Zeeland
duur. Het was moeilijk om mensen naar de pro
vincie te krijgen. Kleigrond was vroeger zonder
paarden moeilijk te bewerken. Een investering in
paarden was alleen maar lonend als een pachter
tenminste twintig hectare te pakken kon krijgen.
Dan nog bleef het sappelen vanwege die hoge
heffingen. De zandgronden waren wat dat
betreft aantrekkelijker dan Zeeland. Daar kon een
boertje zelf grond kopen. Al was de opbrengst
laag, het was tenminste eigen grond. Er waren
maar weinig boeren die zoveel geld op zak had
den dat ze aanzienlijke percelen in Zeeland kon
den aanschaffen.
Dan waren er ook nog eens de slechte omstan
digheden die Zeeland niet bepaald populair
maakten. Bij gebrek aan natuurlijke bronnen van
zoet water, werd het drinkwater veelal via de
vieze daken gewonnen uit regenwater. Tyfus en
dysenterie waren daardoor veel voorkomende
ziektes, net als malaria trouwens.
Peter bekeek verder zaken als de geboorte- en
sterftecijfers. "Tot 1870 kende Zeeland de hoog
ste kindersterfte van heel Nederland. Daarna
werd de waterhuishouding veranderd, waardoor
de situatie verbeterde. De mensen gingen toen
ook wat meer verdienen", is zijn conclusie.
De conservator heeft zijn volgende boekwerk
overigens alweer op de rol staan. Begin november
brengt Walburg Pers het derde deel uit van de reeks
Geschiedenis van de techniek in Nederland in de
twintigste eeuw. Peter nam dit deel voor zijn reke
ning, dat handelt over de landbouw en voeding.
Wie meer wil weten over de geschiedenis van de
Zeeuwse landbouw, kan terecht op de Najaars
vergadering van Stad en Lande op komende 24
november in Dreischor. Dan geeft Peter Priester
een lezing over dit onderwerp.
Carolien de Vrieze
8