Wat een gedoe, denk ik dan, terwijl die vrouwen vroeger toch al zoveel te doen hadden! Rond 1900 werd dit mutsje nog gedragen. Het raakte later uit de mode, en dat kan ik goed begrijpen, want voor iedere wasbeurt moesten die drie kantjes weer worden losgemaakt. Na wassen, stijven en pijpen werden ze dan weer op de schone muts genaaid. Niet iedere vrouw beschik te over zo'n raamwerk met pennetjes in verschil lende diktes. Dit werk werd ook wel uitbesteed, Raamwerk met pennen waardoor een smal kantje is geregen (foto M. E. Jansen - Glas, Brouwershaven) Houten opbergdoosjes voor pennetjes in verschillende diktes (foto l/l/. M. Mol, Zierikzee) heb ik me laten vertellen. De opmaak van de muts kostte dan een kwartje. Zo'n opgemaakt 'platje' kan men nog zien in het Zierikzeese Stadhuismuseum en eveneens in het Streek- en Landbouwmuseum Goemanszorg in Dreischor. Het 'platje' werd gedragen over een zwarte ondermuts, waarin de krullen waren vast gemaakt. S. Mol - Kleinepier 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2000 | | pagina 19