DE WATERSCHOUT VAN ZIERIKZEE
voor bronwater maar dit was niet geschikt om
thee of koffie van te zetten, zodat er steeds
Jerrycans meegenomen moesten worden.
Bovendien stond de bron vaak droog.
De bewoners van de iets lager liggende bunkers,
onder andere uit De Zeven Konijnen, kwamen
ook vaak naar de Steenweg om drinkwater.
Om te koken was er een butagastoestel dat altijd
aan- en afgesloten moest worden. Licht was er
van een boven de tafel hangende petroleum
lamp. Eén of meerdere zaklichten behoorden
tot de basisbenodigdheden.
Ook alles wat verder nodig was, moest over
het duinpad naar boven en weer terug.
De luiken aan zij- en voorkant moesten open
worden gedaan en de stoelen buiten gezet.
En dan was het genieten geblazen. Reken maar
dat de meegebrachte boterhammen bij zo'n
prachtig uitzicht goed smaakten. Er lagen veel
natuurboeken en er was een schelpencollectie,
maar vooral de natuur rondom het zomerhuisje
was interessant.
Als we rustig zaten te lezen op het terras
rondom, kwamen de fazanten en konijnen tot
bijna aan je voeten. De meeuwen cirkelden over
het huisje, de duindoorn groeide tot aan de ach
terdeur en de zeelucht drong door tot in je
poriën. Je voelde je één met de natuur.
Links van Casula Nostra lag een bunker die door
de huurders gebruikt werd als slaapplaats, maar
uiteraard weinig comfort bood. Als de muur
peper bloeide, was het dak ervan één geel tapijt.
Ik herinner mij nog dat Casula Nostra
beschermd werd door balen stro, bij het
opblazen van deze bunker. De voorbereidingen
voor de bouw van de Oosterscheldekering
konden goed worden gevolgd vanaf het terras en
het achterliggende duin.
In 1977, vlak voor het overlijden van oudoom Jan
de Hullu, werd Casula Nostra verkocht aan een
nicht van zijn vrouw die samen met haar man uit
Düsseldorf in huis was gekomen om voor hen te
zorgen. Zo'n veertien jaar geleden verkocht zij
het aan de familie A. de Glopper, die het volledig
renoveerde en nog steeds verhuurt aan vakantie
gangers.
In september 1999 heb ik de gelegenheid gehad
om het huisje weer te bezoeken. Toen ik over het
pad ernaartoe liep kwamen de herinneringen
onmiddellijk terug aan de tijd die ik er heb door
gebracht. "Hoe tevree we samen waren in ons
hutje, ons hutje aan de zee", is de laatste regel
van het oude liedje dat ik in de eerste regel
aanhaalde. Een betere omschrijving van mijn
herinneringen aan dit 'paradijs in de duinen' kan
ik niet bedenken.
Hans Rentmeester
Door de stichting van de beide werven in
Zierikzee en het ontstaan van zeilschiprederijen,
was sinds 1840 een waterschout onontbeerlijk
geworden. Deze functionaris handelde tal van
maritieme zaken afMen zou zich kunnen
afvragen welke bezigheden hij nu feitelijk had.
In hoofdlijnen verzorgde hij ter plaatse de aan-
en afmonstering van zeelui. Na de naam van het
schip, de kapitein en het reisdoel op de monster
rol te hebben genoteerd, registreerde hij de
naam, rang, ouderdom, geboorteplaats en gage
per maand, van de bemanningsleden. In wezen
was het een arbeidsovereen
komst, aangevuld met een aantal bepalingen
waaraan werknemer en werkgever zich dienden
te houden.
Deze gegevens werden ook genoteerd als een
schip was teruggekeerd van een reis. De afmon
stering betekende dat de arbeidsovereenkomst
werd ontbonden. Van ieder bemanningslid
maakte hij de eindafrekening op.
25