Laan van Sint Hilaire nu al verstoppingen geeft.
De Vereniging noemde wel alternatieve locaties.
Daarna ontspint zich een interessante discussie
met de zaal, die wordt geleid door de vice-
voorzitter J. van Loo. Als eerste kreeg de heer
P. A. Boot, voormalig voorzitter van de Commissie
Planologie, het woord. Hij wist te melden dat in
1980 bewust gekozen was om een groene
afscheidingsbuffer tussen de oude middeleeuwse
stad Zierikzee en de nieuwe buitenwijken in het
westen te houden. Nu dreigt deze 'groene schil'
voor 15% bebouwd te worden. Volgens hem kan
men het beste verder niets bouwen in dit deel van
de Zierikzeese kern. De heer De Spirt maakte de
Vereniging een compliment over de keuze van
deze zaal nu, want hier was ook de hoorzitting
over de vele bezwaarschriften tegen de sloopver
gunning van de boerderijen aan de Laan van Sint
Hilaire geweest. Hij adviseert het bestuur alert te
blijven, zodat niet weer te laat wordt gereageerd.
De heer Stigter vindt dat er ook alternatieven zijn,
bijvoorbeeld aan de Blokweg. Mevrouw Van der
Duyn vraagt zich af of er ook plannen zijn op de
plaats van het tijdelijke gemeentehuis aan de
Haringvlietstraat. Hierop antwoordt de vice-voor-
zitter dat er een hoge toren stond getekend op
die plaats. De heer Kraamer is van mening dat
het bronnenmateriaal dat de Vereniging van
avond heeft verstrekt, geen juist beeld geeft van
de gemeentelijke plannen. Van de rondvraag
maakte niemand gebruik. Daarna krijgt de voor
zitter van de Commissie Jaarboek de heer
F. C. G. E. Greijn het woord. Hij vertelt dat deze
Kroniek van het Land van de Zeemeermin afwijkt
van eerdere exemplaren, omdat dit een thema
nummer met biografieën is geworden. Op de
kleurige voorplaat konden we Witte van
Haamstede en dr. Adriaan de Vin zien, prominen
te eilandbewoners. Hij bedankte de auteurs en de
besturen van de Vereniging en de Slavenkas.
De beide laatste voor de subsidie. Alle voormalige
voorzitters waren uitgenodigd, alleen de heer
De Vrieze en mevrouw De Vet kunnen hier zijn
vanavond. De heer De Vrieze vertelt dat de heer
H. Uil indertijd het intiatief genomen had om een
jaarboekje te gaan uitgeven. Zelf deed hij niet zo
veel, hoewel hij vijftien jaar in de Commissie zat.
Zo nu en dan maakte hij een praatje, maar door
de manier van zeggen wist hij nog steeds alle
lachers op zijn hand te krijgen. Zo ook met
zijn opmerking over de 'vette vingerproef' die
hij hield en waarop de kaft niet proof bleek.
Het bleek belangrijk, omdat anderen die
toespraken niet wilden houden! Van de heer
dr A. Brandenbarg is een brief uit het buitenland
ontvangen. Hij denkt nog met veel genoegen
terug aan 'de tijd van de Kroniek. Alle auteurs en
hun pennenvruchten worden genoemd.
Vervolgens werd de initiatiefnemer en nog steeds
secretaris Uil geprezen. Als blijk van waardering
krijgt hij een etsje gemaakt door mevrouw
Eggink.
drs P. F. Vleugel, wnd. notulist
39