schippers liepen met Hollandse vlaggen rond,
enfin, de verwarring was compleet. Daarop liet
de generaal, die met zijn houding geen raad wist,
ondershands aan De Brauw weten dat hij zich
niet meer zou verzetten als hem een regeling met
de Engelsen werd aangeboden. De Brauw ging
met Van Hemert, Charles, Schutter en Tromp
- die hij had uitgekozen om met hem mee te
gaan - 's middags om vier uur aan boord van het
fregat'3. Zij werden daar keurig ontvangen.
De commandant verzekerde hun dat hij geen
capitulatie zou toestaan en dat hij de Fransen wel
zou weten te vinden, van de generaal tot aan de
minste employé. Hij zou hen krijgsgevangen
nemen. Om middernacht moest men een kanon
schot lossen ten teken dat zijn voorwaarden
waren geaccepteerd, anders zouden zijn vaar
tuigen om kwart over twaalf in de haven zijn.
De Brauw had de aangename taak op zich
genomen om de boodschap aan de generaal
over te brengen. Hij waarschuwde hem tegelij
kertijd dat als hij van plan was zich te verdedigen,
hij, De Brauw, van binnenuit zou beginnen, daar
hij 3 a 4000 man onder zijn bevelen had van wie
er 1000 waren bewapend, terwijl de rest met
jachtwapens, hooivorken en zeisen was uitgerust,
en dat dat niet gelogen was. De generaal haalde
zijn schouders op en zegde De Brauw toe, dat er
binnen het uur niet één Fransman meer in de
stad zou zijn. Hij zou zich via Viane terugtrekken
op Stavenisse. Onmiddellijk daarop werd er een
proclamatie uitgevaardigd die het volk, dat woe
dend was dat de generaal zo lang talmde om
met zijn troepen te vertrekken, wat tot bedaren
bracht. De Brauw hielp de generaal en de onder
prefect met het vinden van rijtuigen en binnen
het uur waren alle Fransen van het eiland ver
jaagd'4.
Om vier uur [woensdag 8 december, 's nachts]
reed lord Georges Stuart, onder gejuich van al
het volk, aan het hoofd van 200 mariniers de
stad binnen. Die nacht nog werden enige regelin
gen getroffen. Mijnheer Van Adrichem werd
ontheven van zijn post, waarna mijnheer
De Jonge met triomf van zijn woning werd opge
haald en tot burgemeester benoemd. Alles was al
geregeld. De volgende dag [woensdag 8 decem
ber, later op de dag] kwam een van de dienst
boden ons zeggen dat men de Hollandse vlag op
de stoep voor ons huis had uitgespreid, en dat
men nu niet in of uit kon zonder erop te lopen.
De Brauw was zeer geroerd door dit gebaar van
erkentelijkheid van de burgerij. Hij liet hem daar
nog zo een uur liggen, maar aangezien hij de
vlag niet verder wilde laten bezoedelen door
eroverheen te laten lopen, liet hij deze aan een
stoeppaal aanbrengen. De schone Hollandse vlag
wapperde al overal en alles verliep in volmaakte
rust en orde. Lord Stuart en twee van zijn
officieren logeerden bij mijnheer De Jonge.
De volgende dag [donderdag 9 december]
hebben wij er een bij ons in huis genomen.
Vrijdag [10 december] hebben wij de lord met
zijn gevolg voor het diner uitgenodigd, maar 's
morgens werd vernomen dat er enige Franse
troepen te Stavenisse waren gesignaleerd,
waarop de schippers met zo'n 500 man
De Brauw kwamen verzoeken namens hen de
Engelse commandant toestemming te vragen om
de haven te mogen verlaten en de batterij15 in te
nemen. Daarop beloofde De Brauw zich aan hun
hoofd te stellen. Door dit aanbod uitgedaagd,
kondigde lord Stuart aan dat hij zelf zou gaan en
kwam toen heel keurig zijn verontschuldigingen
aanbieden, zeggende dat hij van het diner moest
afzien wegens de batterij van Stavenisse. Zo viel
mijn diner in het water. Mijn haas en mijn kippen
brandden aan, maar de batterij werd genomen
en zelfs Tholen ontruimd'6.
Dankzij de bemoeiingen van De Brauw is alles
vreedzaam geëindigd, zonder dat er ook maar
één druppel bloed is vergoten. Dat is wel een
groot geluk! Zij die zich bij deze gelegenheid
hebben onderscheiden zijn Van Hemert, Schutter,
Kees Cau en Charles, die De Brauws trouwe met
gezellen zijn geweest. Ook mevrouw Van Hemert
heeft ons geen moment verlaten.
Ik hoop, lieve vader, dat het u goed gaat en dat
wij binnenkort weer iets van u zullen horen. De
post vertrekt, ik heb nog slechts tijd om de lieve
Leen te omhelzen en mij met respect te noemen
uw gehoorzame dochter,
E. M. de Brauw - van Breughel.
9