NOORDGOUWE
SCHUDDEBEURS
Het zijn verhalen van 'horen vertellen' uit het
begin van de 20ste eeuw, eigen belevenissen en
vertellingen uit de negentiger jaren, kortom in
het boek is alles te lezen over de twee plaatsen.
Het zijn verhalen die niet alleen de inwoners van
Noordgouwe en Schuddebeurs kunnen boeien,
maar ook mensen van heel Schouwen-Duiveland.
Veel gebeurtenissen zullen heel herkenbaar zijn
en andere herinneringen losmaken.
Het boek bevat ook een lijst met jaartallen zodat
in het kort de ontwikkeling van de kernen heel
duidelijk is geschetst. Bij de meeste verhalen zijn
bijzondere, nog niet eerder gepubliceerde illus
traties afgebeeld uit particuliere collecties.
Wil Alkemade - Bousché, Vera de Jong, Sander
den Haan en Ton de Vlieger (red.), Eeuwboek
Noordgouwe Schuddebeurs, uitgegeven door de
dorpsraad Noordgouwe Schuddebeurs, 2000,
(ISBN 90-901354-0-5), 216 p., gratis exemplaren
zijn op alle adressen in Noordgouwe bezorgd.
Losse exemplaren zijn beperkt te bestellen bij de
Dorpsraad Noordgouwe/Schuddebeurs.
DORPSRAAD NOORDGOUWE SCHUDDEBEURS
De laatste beurtschippers van
Schouwen-Duiveland
In het Streek- en Landbouwmuseum Goemans-
zorg te Dreischor is tot en met 31 oktober 2001
een expositie te zien over de beurtvaart van
Schouwen en Duiveland. Bij de tentoonstelling is
een zeer informatieve brochure verschenen van
de hand van A. R. Koppejan.
De bewoners van de eilanden waren eeuwenlang
afhankelijk van het vervoer over het water.
De schippers verzorgden de contacten met de
'buitenwereld'. In de late Middeleeuwen
ontstond de zogenaamde beurtvaart, dat wil
zeggen dat schippers met ambachtsheren of
stadsbestuurders afspraken maakten 'om de
beurt' levensmiddelen en goederen te vervoeren.
Vooral door de vorming van gilden ontstonden
strenge bepalingen, voorschriften en regels. De
beurtschipper vertrok van een vaste plaats op een
vast tijdstip naar een vaste bestemming en zijn
zeilschip moest aan bepaalde voorwaarden vol
doen.
Tot 1964 voeren in Zeeland nog wekelijks beurt
schippers naar bestemmingen binnen de provincie
maar ook naar bijvoorbeeld Rotterdam, Dordrecht,
Amsterdam en de Zaanstreek. Het zeilschip had
intussen wel plaats gemaakt voor een motorschip
maar als vanouds werden grote hoeveelheden
agrarische producten zoals graan, aardappelen en
peulvruchten naar de grote steden vervoerd en
namen de schippers vooral gebruiks- en verbruiks-
goederen weer mee terug naar Zeeland. De schip
per was zelf handelaar of werkte nauw samen met
een professionele handelaar.
Het beroep van beurtschipper ging vaak over
van vader op zoon. Koppejan somt de laatste
beurtschippers van Schouwen en Duiveland op
en schetst de ontwikkeling van de (familie)
bedrijven van Ribbens (Zierikzee-Rotterdam),
Van Duivendijk (Zierikzee-Middelburg), Verburg
(Zierikzee-Goes), Landegent (Burghsluis-
Dordrecht), Verwest (Scharendijke-Rotterdam),
Van Beveren (Brouwershaven-Rotterdam), Van
der Sluijs (Brouwershaven-Dordrecht-Rotterdam),
De Rijke (Zonnemaire-Rotterdam), Barendregt
(Dreischor-Rotterdam en Stevensluis-Rotterdam),
Van den Berge (Sirjansland-Rotterdam en
Bruinisse-Rotterdam), Schilperoort (Bruinisse-
Rotterdam).
29