"ALDUS GEDAAN EN VERGAARD" EEN VERLOREN GEWAAND VELDBOEK UIT 1772 TERUGGEKEERD1 De geschiedenis van het landschap van Schouwen-Duiveland is door de herverkaveling min of meer uitgewist. Wie wil weten hoe het platteland in vroeger eeuwen eruitzag, vindt maar weinig plekken op het voormalige eiland waar het nog is als vroeger. Een reconstructie van het landschap op papier is, dankzij de gegevens die in de archieven zijn bewaard, gecombineerd met de overleveringen nog wel mogelijk, getuige de reeks Oude veldnamen van Schouwen- Duiveland2, waarin een beeld wordt geschetst van het landschap van de Middeleeuwen tot de ruilverkaveling. Ook de uitgave van de Kadastrale atlas van Zeeland 18323, een breder Zeeuws project, geeft veel informatie over het oude landschap. Een belangrijke bron voor dit soort onderzoek op Schouwen-Duiveland zijn de "veldboeken'"1. In deze archiefstukken wordt een zeer nauwkeurige omschrijving gegeven van de ligging en grootte, van al wat er aan bouw- en weiland, bos, "karre- velden", hofsteden in polder of gemeente aan wezig was. Ook de namen van de eigenaren en/of de gebruikers van de grond werden opgenomen. De gegevens in de veldboeken werden zo precies opgenomen, omdat ze dienden ter vaststelling van de hoogte van de belastingheffing: de "dijk rechten" en het "schot" (grondbelasting). Met de opbrengsten van deze belastingen werden het onderhoud van de dijken, wegen en watergangen in de polders en andere infrastructurele zaken betaald. Hiertoe werd een bestuur gevormd, met aan het hoofd een dijkgraaf. Deze hield, samen met de andere bestuursleden, de gezworenen (in Schouwen de heemraden), toezicht op de onder houdsplicht aan watergangen en dijken. Dit bestuur moest ter verantwoording een admini stratie bijhouden, waarin de veldboeken een belangrijke rol speelden.5 Eigenlijk was deze administratie de voorloper van het huidige Kadaster. In de veldboeken werden dus gegevens opge nomen over het grondeigendom. Elke zeven jaar maakte men nieuwe exemplaren. Aangezien de oudste bekende veldboeken bijna 300 jaar voor de invoering van het kadaster werden aan gemaakt, leert een kleine rekensom dat er van de oude polders ruim veertig van dergelijke boeken geweest moeten zijn. En van elk veldboek maakte men meerdere exemplaren (kopieën), dus honderden van die boeken zijn er in de loop van de eeuwen met de hand samengesteld en overgeschreven. Het is dan ook vreemd dat van de meeste van die boeken maar enkele bewaard zijn gebleven. Zo zijn er van de polder De Vierbannen van Duiveland maar vier exemplaren terug te vinden in het archief van het Waterschap.6 Naast de officiële archiefexemplaren werden er ook kopieën verstrekt aan diverse betrokken personen, bijvoorbeeld lokale gezagsdragers. Een enkel exemplaar is nog steeds in het bezit van de nakomelingen van zo'n autoriteit', en die zijn er zoals te begrijpen is zeer zuinig op. Het is van be lang dat ook deze exemplaren uiteindelijk voor de onderzoeker in een openbare archiefbewaarplaats beschikbaar komen. In 1949 was dat al de wens van de streekhistoricus J. J. Klompe. "Vandaar dat soms in enkele families nog van deze boeken kunnen worden aangetroffen, maar natuurlijk zou men dan beter doen deze aan het polder- 1/oorkant van de band van het veldboek van de polder De Vierbannen van Duiveland van 7 772 (foto auteur) 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2001 | | pagina 20