en later als ruw zeezout gehaald uit de Oostzee landen, Spanje en Portugal, was in de vijftiende en zestiende een grote bron van inkomst voor deze stad. De zoutzieders waren daar dan ook aanzienlijke lieden. Destijds was zout onmisbaar bij het langer bewaren van vlees, vis, groenten en andere aan bederf onderhevige waren. Op oude afbeeldingen van Zierikzee zien we de buiten de stadswallen gelegen zoutketen waar eens het residu van verbrande, ziltige veenplaggen in grote ijzeren ketels vermengd met zeewater tot zout werd ingedampt. In de negentiende eeuw werd in Zierikzee nog de zoutraffinage en zout- handel bedreven, hoewel deze inmiddels aan belangrijkheid hadden ingeboet. Personen bezig met diverse werkzaamheden die verband houden met de 'moernering', in de nabijheid van Zierikzee (kopergravure naar de tekening die Corneiis Pronk (1691-1759) in 1745 maakte naar het nog bestaande schilderij dat tegenwoordig in het bezit van de gemeente Schouwen-Duiveland is) 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2002 | | pagina 17