mm;
teroverliggend in de gang aantrof, terwijl hij nog
net kon zien dat iemand snel ervandoor ging.
Toen Cornelia opstond vertelde ze hem dat
Adriaan G. haar dat had geflikt. Duidelijk was te
zien dat haar onderlip was gezwollen. Van der
Weyde besloot om samen met Cornelia direct
naar het politiebureau te gaan, waar de commis
saris proces-verbaal opmaakte. Onderweg
kwamen ze Jacob Broodman tegen en nadat ze
hadden verteld wat er was gebeurd, zag ook hij
dat de onderlip van Cornelia behoorlijk gezwollen
was. Toen hij even later Adriaan G. ontmoette en
vroeg wat hij had gedaan, ontkende deze dat hij
Cornelia had geslagen. De dag erna, toen
Adriaan G. weer in de buurt van het huis van Van
der Weyde was, heeft Cornelia hem bij de achter
deur gevraagd waarom hij haar dit had aange
daan. Adriaan antwoordde hierop op dat hij haar
had geslagen omdat zij hem voor "smeerlap" had
uitgemaakt. Bovendien voegde hij er nog aan toe
dat hij haar de keel had toegeknepen als Van der
Weyde haar niet zo snel te hulp was gekomen.
Deze Pieter Hendrik van der Weyde was een
geleerd man, die later in de Verenigde Staten als
doctor in de medicijnen en professor in de schei
kunde, werktuigbouwkunde en natuurkunde,
veel furore maakte. In 1845 speelde hij het klaar
om voor zowel de Zierikzeesche Nieuwsbode als
voor de Zierikzeesche Courant onder pseudoniem
te schrijven. In de ene krant liet hij zich negatief
uit, in de andere juist positief: een veelbesproken
journalistenstreek7.
Op 12 december 1845 kwam in het gebouw van
de arrondissementsrechtbank te Zierikzee de zaak
tegen Adriaan G. voor. Een zestal getuigen had
de rechtbank opgeroepen, onder wie Pieter
Hendrik van der Weyden. Tijdens de rechtszitting
vertelde Cornelia dat ze niet goed wist of Adriaan
haar wel had getrapt. Ook werd duidelijk dat dit
niet de eerste keer was dat Adriaan haar lastig
viel, maar dat hij haar al lange tijd achtervolgde
en meerdere malen had gezegd dat zij "de hoer
van haar meester was".
'f "c
De Balie in Zierikzee, het plein in de buurt waarvan het lijk van Josina Hogestein werd aangetroffen,
omstreeks 1900 (uit: 'Zierikzee zoals het was ...'II, Zierikzee 1991)
7