Koppig en onhebbelijk
In 1775 is Geertje 21 jaar oud en gaat op
catechisatie bij de dominee Mattheus Muratel
Gargon. Deze bejaarde predikant heeft heel wat
te stellen met zijn leerlinge. Hij moet haar dikwijls
manen om de godsdienstlessen vaker te vol
brengen. Geertje toont al vroeg een zekere koppig
heid, niet zozeer tegenover de kerk als wel tegen
het consistorie. Het eerste voorval vindt plaats in
april van dat jaar. Haar vader Pieter Stoofman,
inmiddels gewezen ouderling, wordt gesommeerd
voor het consistorie te verschijnen. Geertje heeft
namelijk bij de huisbezoeken door Muratel Gargon
en de ouderling Job Lambregtse de deur op
"eene onhebbelijke wijze" voor hun neus dicht
geslagen. Ze was geschrokken dat de dominee
en haar buurman, de ouderling, plots voor haar
deur stonden. Pieter legt het consistorie uit dat
zijn dochter bang was onvoorbereid overhoord
te worden over haar belijdenis. De broeders van
de kerkenraad horen het morrend aan. Tenslotte
- Stoofman moet lang voor voor het consistorie
hebben gestaan - wordt hij aangesproken op het
feit dat Geertje zich alleen bij de ochtendpreek
laat zien en 's middags thuis blijft schoon
gereekent wierde dat zij thuys niets te doen had
dan ledig te blijven zitten Zijn vermoedelijk
geïmproviseerde antwoord hierop is, dat het
overal de gewoonte is om een huiswachter te
hebben. Met dit antwoord, hoe plausibel ook,
gaat men echter niet akkoord. Pieter wordt ern
stig vermaand om zijn dochter op dit alles aan
te spreken en ervoor zorg te dragen dat het niet
meer zal voorkomen, hetgeen hij het consistorie
belooft.
Hierna zal het enige tijd goed gaan, maar in 1780
- Geertje heeft inmiddels belijdenis gedaan - is het
weer raak. De predikant Muratel Gargon stelt in
de vergadering van 25 juni van dat jaar vast dat
een aantal lidmaten, voornamelijk jonge leden
die geen reden voor afwezigheid hebben, slechts
één keer de zondagdiensten bijwoont. In het bij
zonder wordt Geertje Stoofman genoemd,
ondanks de vele waarschuwingen die zij kreeg
van de kerkenraad en haar vader. Pieter verklaart
in deze vergadering zich ook geen raad meer te
weten met zijn koppige dochter. De predikant
stelt voor om haar, voordat de kerkenraad tot
strenge maatregelen overgaat, nog eenmaal te
vermanen met het vooruitzicht op censuur ofwel
uitsluiting van het Heilig Avondmaal.'
Deze zoveelste en laatste waarschuwing aan
Geertjes adres helpt, korte tijd.
Van Lis
De Oranjegezinde dominee Muratel Gargon sterft
in mei 1781 na een kortstondig ziekbed. Burgh
blijft enkele maanden zonder predikant. Intussen
blijven de ouderlingen en diakenen waken over
de deugd van de gemeente, maar ze beklagen
zich onderwijl bij de classis over het uitblijven van
een nieuwe predikant. In augustus stelt de classis
een director aan: Hermanus van Steenbergen, de
predikant van Serooskerke. Uiteindelijk, in april
1782, neemt het consistorie het besluit uit een
lange lijst van kandidaten de predikant Van Lis,
van Stad aan 't Haringvliet, te beroepen.
Pieter Hendrikus van Lis verkrijgt zijn eerste stand
plaats in 1779 te Stad aan 't Haringvliet, waar hij
na een driejarige dienst zijn afscheid predikt:
"Voorts broeders! Zijt blijde, wort volmaekt,
zijt getroost, zijt eensgesint, leeft in vrede: ende
de Godt der liefde en des vredes sal met u zijn."
(2 Corinthe 13:11). Hierna vertrekt hij naar Burgh
met zijn jonge vrouw, Luidwina van den Heuvell
en hun eenjarig zoontje. Op 11 augustus 1782,
vier maanden na zijn beroeping naar Burgh, wordt
hij aldaar bevestigd door de eerder genoemde
dominee Van Steenbergen met de woorden:
"Laet uwe lendenen omgordet zijn ende de
keerssen brandende" (Lucas 12:35). Waarop
Van Lis zijn intrede doet: maekt mijne voet
stappen vaste in uwen woorde; ende en laet gene
ongerechtigheyd over mij heerschen." (Psalm
119:133). Burgh mocht zich opnieuw verheugen
in de aanwezigheid van een predikant. Een, zoals
zal blijken, wat hoogmoedig man die evenwel
later door tijdgenoten "een der uitnemendste
predikers van zijnen tijd" genoemd zal worden.
Ook wordt gesteld dat hij zeldzame preekgaven
bezit en door levendige voorstelling en krachtige
taal zijn toehoorders weet te boeien.
Bij aankomst van Van Lis ligt er al een taak op
hem te wachten: een lijst van lidmaten onder
censuur, met bovenaan Geertje Stoofman, in-
5