Een dorpskermis in de zeventiende eeuw, geschilderd door David Teniers (1610-1690)
(uit:'Huwelijk en gezin in Holland in de 17e en 18e eeuw')
middels 28 jaar, en Pieternella Krijgsman. Beiden
zijn in de vergadering van het consistorie op
21 maart 1782 onder censuur gebracht omdat
zij zich in "hoererij" hadden begeven. Als gevolg
daarvan zijn beiden bevallen van een 'onecht' kind.
Zeeland heeft dan nog altijd - als een overblijfsel
van voor de Reformatie, de jaarlijkse kermissen.
Deze worden vaak gehouden in combinatie met
de jaarmarkt. De kleine dorpen worden dan over
spoeld door grote drukte, want mensen komen
van heinde en verre. Dit jaarlijks volksvermaak
staat erom bekend dat het een gelegenheid is
waarop men zich overgeeft aan "verregaande
losbandigheid en zedeloosheid." De kerken
verzetten zich dan ook hevig tegen deze vorm
van vermaak die niet alleen ontuchtigheid uitlokt
maar ook nog eens een paapse achtergrond
heeft. De resultaten van deze zedeloosheid is ook
in de Schouwse kerkregisters terug te vinden.
De "censura morum" wordt in juni weer een
vast en veelbesproken agendapunt van het
consistorie; verder stijgt het aantal 'moetjes'
(gedwongen huwelijken door een zwangerschap)
en verhuizen er vele "jongedogters" naar naast
gelegen dorpen. De kermis heeft veel gevolgen
in het Zeeuwse land, maar verliest in de loop
der eeuwen veel invloed.
Ook de meisjes Stoofman en Krijgsman zijn
vermoedelijk in juni 1781 naar de jaarmarkt of
kermis geweest. Zij betreden daarmee de vierde
trede van de trappen van verdorvenheid van de
publicerende predikant Godefridus Cornelisz.
Udemans (ca. 1580-1649): de onkuise werken
ofwel het in praktijk brengen van de onkuisheid.
Of de meisjes het 'delict' hebben begaan bij of
naar aanleiding van een feestelijke gelegenheid,
valt moeilijk of helemaal niet te achterhalen.
We kunnen denken aan Burghse paardenmarkt
in juni of de driedaagse kermis in Haamstede.
Advies uit Zierikzee
Het kleine dorp moet grote schande hebben
6