geflaneerd als de gezondheidszoekers niet met het gebruik van het bronwater bezig waren. In de achttiende eeuw werd het kuuroord zeer po pulair. Vooral het bezoek van tsaar Peter de Grote en de grote uitgaanscentra La Redoute en de Waux Hall (Vauxhall) met speel-, biljart- en bal zaal hebben Spa bekendheid bezorgd. Kennelijk heeft ook Spa last van de gevolgen van de oor log: er zijn bijna geen vreemdelingen als ons gezelschap het plaatsje bezoekt. Spa stond in de tijd toen het brontoerisme floreerde ook bekend om de vele ateliers en winkeltjes waar hand werkslieden souvenirs maakten voor de gasten. Vooral voorwerpen met ingelegd ivoor waren in trek, en de familie zoekt een paar doosjes uit om naar Zierikzee mee te nemen. Na één nacht gaat de reis al verder, over misera bele wegen tot een uur voor Aken, waarna gelukkig de weg beter wordt. Ze arriveren om een uur of negen in hun logement: "een voor naam logement, en waaren daarover zeer welte- vrede, want de beste hier kunnen voor een Hollander nog maar goed genoemd worden, niet wegens de tafel maar wegens de bedden en meubelen". Van het buitenland moet je als Hollander kennelijk niet veel goeds verwachten! Men logeert in hotel Dragon d'Or, in de straat 'Composbad'. Sinds Aken gedurende de acht tiende eeuw steeds meer in trek kwam als kuur oord, ontwikkelde de Komphausbadstrasse zich als een centrum voor luxueuze hotels. Het hotel Dragon d'Or heeft tot ongeveer 1900 bestaan. Het echtpaar blijft van 29 mei tot 9 juni in Aken, maar zoon Claas en vriend Blok worden 2 juni in Maastricht op de diligence naar Den Bosch gezet: zij zullen naar Zierikzee terugreizen. De Kanter en zijn echtgenote maken wat tochtjes in de omge ving, en vooral de warme bronnen hebben natuurlijk hun belangstelling. In "Borget6 beza gen [we] de warme bron en lieten er een ey in kooken, 't geen men zeyde 24 minuten nodig te hebben om hard te worden. Dan wij gunden ons zoveel tijd niet, maar vergenoegden ons met 10 minuten, en vonden 't ey voor de liefhebber van een zuipeitje genoegzaam gekookt." Buiten de stad zoeken ze vaak hun vertier in een uitspan ning Ketzenborg7, waar in vredestijd als er vreem delingen zijn gedanst en om geld gespeeld wordt; nu gaat het er zeer rustig aan toe. De bezoekers wandelen wat en drinken een glaasje limonade of wijn. Het echtpaar drinkt wel dage lijks enige glazen van het bronwater, maar het echte kuren met diëten en grote hoeveelheden water geloven ze wel. Pieter de Kanter gaat enke le malen naar een badhuis; ook dat maakt echter meer de indruk dat hij als toerist zoiets meege maakt wil hebben dan dat het als gezondheids kuur is bedoeld. Als ze Claas en Blok naar Maastricht brengen en daar logeren blijken ze die stad zeer te waarde ren: "Breede straaten, wel gebouwde huisen en wel opgecierde winkels toonden ons 't onder scheid tusschen dees voormaalige halv Hollan- sche stad en de steeden die wij tot hiertoe op onse reis gepasseerd waaren". In Aken doet De Kanter zaken, maar het grootste deel van de tijd wandelt hij met zijn vrouw in de omgeving en geniet op de uitspanning Ketzenborg. Hoewel niet fel in zijn uitlatingen, is De Kanter niet erg op de rooms-katholieken gesteld. Donderdag 7 juni schrijft hij namelijk: "Het was heden Heilig Sacramentsdag, waarop veele ijverig in hunne 'zogezegde' godsdienst waaren, maar nog meer den tijd in luye ledigheid doorbragten". Als zij al een week in Aken hebben gelogeerd, vindt hij dat hij toch ook wat over de stad moet opmerken, "niet als een geographisch historieschrijver, maar als een tot vermaak rey- zend, particulier mensch". Hij verhaalt dan wat over de omstreken, de bekende gebouwen in de stad en over de gevolgen van de oorlog waar door Aken nu praktisch zonder vreemdelingen is. De Franse overheersing blijkt zeker voor de katholieken nare gevolgen te hebben, want: "de uitoeffening van den rooms-catolijken gods dienst, hoezeer ook bij den verstandigen dwaas heid, wierd ook hier zeer gefnuikt en stond eerst daags buiten de muuren der 23 tempels, alhier geheel voor 't uitwendige vernietigd te worden. Nog maar weinig dagen en men zal geen lyderlijke capucijnen, onnutte minnebroeders en weinig beduidende cannunnikken langs de straaten der stad zien loopen." Na Aken hebben Pieter de Kanter en Johanna Hoffer een mooie tocht via Juilliet en Bergheim naar Keulen. Overal moeten ze hun passen tonen, maar ze kunnen zonder moeilijkheden doorrijden tot in Keulen, na "vooraf een stadssol daat een schelling te hebben betaald voor de ver zaaking van zijn pligt wegens 't niet viziteren van 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2003 | | pagina 9