De Waalse kerk in Zierikzee in de tweede helft
van de zeventiende eeuw (nummer 5). Dit ge
bouw was in 1838 in gebruik bij Wijnand Top
als lokaal van de Franse jongensschool
(Bibliotheek Universiteit Leiden, verzameling
BodeI Nijenhuis, detail plattegrond van
Zierikzee door Zacharias Roman (1595-ca.
1675), circa 1660)
condant? Hij zei in onderhandeling te zijn, maar
helaas nog geen positief resultaat te kunnen
melden. Hij liet echter ook weten dat hij eigenlijk
geen behoefte had aan een secondant. Was dat
waar, of zag hij misschien tegen de kosten op?
Nog altijd moest een schoolhouder zijn hulpmees-
ter zelf betalen en hem bovendien kost en inwo
ning verschaffen. Hoewel de commissie Top bleef
aansporen, gebeurde er lange tijd weinig of niets.
De schoolhouder hield er geen secondant op na,
maar kon hij het werk in zijn eentje wel aan?
Waren er misschien klachten van ouders bij de
commissie binnengekomen? Het lijkt erop, want
Top kreeg van de langzamerhand kennelijk be
hoorlijk geïrriteerde schoolcommissie te horen dat
hij zich meer met zijn kostdiscipelen moest occu
peren: hij moest de jonge heren fatsoenlijk
behandelen en ze meer voorrechten geven.
Hij diende de educatie te corrigeren!
Einde van de Franse jongensschool
Door de fusie in 1850 van de Latijnse School en de
Franse kostschool voor jonge heren, raakte Top een
groot aantal van zijn leerlingen kwijt. In 1851 en
1852 had hij er nog maar dertien, in 1853 waren
het er achttien, maar het jaar daarop slechts elf.
Met de invoering - in 1857 - van een nieuwe
schoolwet kwam er verandering. De wet maakte
onderscheid tussen gewoon lager en uitgebreid
lager onderwijs. De school van Top behoorde tot
de tweede categorie. De door de overheid te
betalen minimumsalarissen van hoofd- en hulp
onderwijzers werden wettelijk vastgesteld. De
schoolcommissie berichtte Top dat een te benoe
men secondant op een jaarloon van 300 gulden
kon rekenen. Toen de schoolhouder meedeelde
het oog te hebben op de zoon van onderwijzer
H. Schoo uit Ouwerkerk, toonde de commissie
zich echter niet enthousiast: was iemand uit zo'n
plattelandsgemeente wel bedreven in de Franse
taal en had hij voldoende kennis van de beginse
len van Duits en Engels? Hoewel het aantal leer
lingen was teruggelopen, werd er op 14 februari
1861 toch een hulponderwijzer aangesteld:
Lambertus Schiphorst. We kunnen ons afvragen
of hij nog nodig was nu de school zo was uitge
dund. Hoe lang zou de Franse School - voortaan
'Instituut voor Jongens' geheten - nog bestaan?
In 1865 vroeg Top "op grond van veertigjarigen
dienst en vijfenzestigjarigen ouderdom" ontslag.
Zijn opvolger was de uit Voorburg afkomstige
Gerrit Kok. Het provinciale jaarverslag over 1866
deelt mee dat het middelbaar onderwijs in
Zierikzee in 1867 "uitvoering zal bekomen". Dit
hield in dat het gymnasium (de vroegere Latijnse
school) werd opgeheven en dat er op 7 septem
ber 1869 een hbs werd opgericht. De school
voor meer uitgebreid lager onderwijs (het
Instituut voor Jongens geheten, daarvóór de
Franse school) werd op 1 oktober 1869 jaar ver
vangen door een burgeravondschool. Van beide
inrichtingen werd Kok de directeur.
Tine Visser
bijlage: Schoolhouders van 1752 tot 1865
N.B. Van drie personen kon het geboortejaar
worden gevonden.
1752-1758 Etienne Dupuy
1758-1760 Daniël Henri Jeneteau
1760-1773 Christine Jeneteau - Rijkhoff
1773-1780 Jaques Jeneteau (1748)
1780-1791 Pierre Agron
1791-1793 Antoine Nicolas Agron
1793-1825 Jean de Ligny (1746)
1825-1865 Wijnand Top (1798)
8