februari 1819, was het pand tamelijk luxueus
ingericht. Aanwezigheid van een kostbaar kabi
net op de voorkamer boven, klokken en baro
meters, Japans porselein en gouden en zilveren
objecten geven aan dat het echtpaar een rede
lijke mate van welstand had genoten.
Adriaan Bil was in zijn tijd exploitant van een van
de vier Zierikzeese korenmolens. Zijn schoonzoon
de molenaar Hendrik van Dijke, echtgenoot van
stiefdochter Jannetje Dooge, maalde toen als zijn
concurrent op De Bloeme, een korenmolen op
een oude waltoren bij de Westpoort. In 1806 en
1807 werkte Bil samen met de geboren Bruënaar
Bartel Bibbe en later met de in Oosterland gebo
ren Leendert Vijverberg.5
Het was in die jaren dat Adriaan Bil door de in
Zierikzee zetelende substituut-fiscaal over de
Middelen te Lande werd beschuldigd van rom
melen op de molen. Bil en vakgenoot Bibbe zou
den toen, volgens de verklaring van hun
vroegere molenaarsknecht Jacobus Wagenaar,
uit iedere zak tot meel vermalen koren anderhalf
pond "schepmeel" hebben geschept als betaling
voor het malen. Een molenaar had na het malen
- zoals opgemerkt - het recht om zich een deel
van het meel toe te eigenen. Adriaan Bil en Bartel
Bibbe hadden dit verzameld in twee zakken, die
bij visitatie van de molen in oktober 1806 zonder
bewijs van voldane "Stadsimpost op het Gemaal"
werden aangetroffen. Zij hadden toen ternau
wernood weten te ontsnappen aan een enorme
geldboete, die stond op vervoer van graan naar
de molen zonder de vereiste kwitantie van de
belastingontvanger. De subsituut-fiscaal had zich
vervolgens in alle bochten moeten wringen om
onder de proceskosten uit te komen. Jaren later
zou Adriaan Bil opnieuw gerommel met afdracht
van het Middel op het Gemaal ten laste worden
gelegd.
Verdacht van poging tot fraude
Kort na acht uur in de morgen van de 19de mei
1820, begaf Izaak Sondag, een getipte agent van
politie en ambulant commies der stedelijke belas
tingen in Zierikzee, zich naar korenmolen 't Hert.
Hij stelde zich verdekt op, op een plek van waar
uit hij het gebouw kon bespieden. We volgen het
op de dag zelf opgemaakte proces-verbaal over
de gebeurtenis.
Herberg De Rode Meebaal aan de Hoge
Kerkstraat in Nieuwerkerk, naar alle waar
schijnlijkheid het geboortehuis van molenaars
baas Adriaan Bil, omstreeks het midden van
de achttiende eeuw (Zeeuws Archief, Zelandia
Illustrata, detail kopergravure Hendrik Spilman
naar een tekening van Cornelis Pronk (1691-
1759))
13