worden gestopt. De molenaars waren betrapt tijdens het vervoer van de acht zakken meel naar hun opdrachtgeefster en een van hen had in plaats van kwitantie en duplicaat gedateerd op de dag zelf, een originele, ongescheurde en reeds verlopen kwitantie en een verouderd duplicaat op zak. Zij zouden, met medewerking van de op drachtgeefster, op dezelfde kwitantie nieuwe zakken van haar graan naar 't Hert hebben willen brengen. Het besluit van de stedelijke raad van 20 juli 1819, stelde ook "fraudes of pogingen tot dezelve" strafbaar. De boete was erg hoog: "eene zesdubbele impost, of, deze minder bedragende, dan met vijfhonderd guldens en verbeurdverklaring van de gestoken of gefraudeerde meelspecie". De presiderend rechter achtte de beschuldiging gegrond en veroordeelde mede daarom de mole naars Adriaan Bil, 49 jaar, geboren te Zierikzee (lees: Nieuwerkerk) en Leendert Vijverberg, 22 jaar oud, geboren te Oosterland, tot de geza menlijke boeten van zeshonderd gulden en verbeurdverklaring van molenwagen en paard. Hofnaers, de molenaarsknecht, kreeg een boete van vijftig gulden. Hij veroordeelde Margaretha van Nieuwland, weduwe van Willem Koevoets, broodbakster, 49 jaar, geboren te Zierikzee, tot een boete van vijfhonderd gulden. In hoger beroep Zowel de molenaars als de weduwe Koevoets gingen in appèl tegen dit vonnis bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Middelburg. Zij machtigden de Zierikzeese advocaat Johan Schuurbeque Boeye en een procureur om hun belangen te behartigen. De zaak kwam op 21 november 1820 in de rechtzaal van het Middelburgse stadhuis de eer ste maal voor. Tijdens de volgende zitting van 1 december sprak de president van de Rechtbank van Eerste Aanleg het vonnis uit. Hij betwijfelde de juistheid van het Zierikzeese vonnis ten aan zien van het 'slordigheidje' met de verlopen be talingsbewijzen niet. De beschuldiging van het vervoer van nieuwe zakken graan zonder permis sie van de ontvanger van de Impost op het Gemaal benaderde hij anders dan zijn ambtge noot op Schouwen. Het gemeentebestuur van Zierikzee had bij het ter sprake gekomen besluit van 20 juli 1819 ook een poging tot fraude straf- Handtekening van de Zierikzeese molenaars baas Adriaan Bil uit 1819 (Gemeentearchief Schouwen-Duiveland) baar gesteld, een herziening van de plaatselijke verordening van 29 november 1816. Maar het besluit had moeten worden goedgekeurd door het provinciaal bestuur en dit was niet gebeurd! De appellanten hadden dus heel veel geluk! Het vonnis van de rechter was dan ook aanmer kelijk minder zwaar: molenaars Bil en Vijverberg kregen ieder een geldboete van vijfentwintig gul den wegens het gebruik van ongeldige betalings bewijzen en het vervoer buiten de voor graan- en meeltransport vastgestelde uren, en werden veroordeeld tot vergoeding van de kosten van beide processen. Knecht Hofnaers en de weduwe Koevoets werden vrijgesproken. Na spannende tijden We volgen met behulp van andere bronnen het leven van baas Bil en vakgenoot Vijverberg. Zij zetten het molenaarsbedrijf op 't Hert voort, maar niet lang. Adriaan Bil stierf op 30 juli 1823, oud 52 jaar, in de herberg op de noordelijke hoek van de Verrenieuwstraat en 't Hoeltje in Zierikzee (thans huisnummer 16) waarin hij na de dood van zijn tweede vrouw zijn intrek had genomen. Vijf dagen eerder had notaris Boudewijn Boom in de door Bil bewoonde kamer de uiterste wilsbeschik king van de zieke vastgelegd. Zijn oudste zoon, de Burghse molenaarsknecht Jacobus Bil Adriaansz., gaf namens de familie opdracht tot openbare ver koop van de geërfde molen helft. Vijverberg ging na Bils dood als kanonnier in militaire dienst en overleed 17 september 1838 op 40-jarige leeftijd, in een Utrechtse garnizoensplaats. Politieagenten IzaakSondag en Petrus Johannes van Gestel zullen destijds op hun neus hebben gekeken, dat de beschuldiging van een poging tot onrechtmatig graanvervoer door 'een slordig heidje' van de gemeente Zierikzee diende te wor den geseponeerd. Of de aanklacht terecht of onterecht is geweest, moet helaas worden opengelaten. Sander den Haan 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2003 | | pagina 18