Toen Jeneteau in 1760 overleed, bleef zijn wedu we Christine Rijkhoff met drie kinderen "in aller- kommerlijkste omstandigheden" achter. Ze ging echter niet bij de pakken neerzitten, maar ver zocht de raad om - met behulp van een bekwa me ondermeester die ze al had aangetrokken - de school te mogen continueren. Die toestem ming werd haar verleend, maar wel onder voor waarde dat zij die ondermeester - Jean Alexander La Rue - zelf zou betalen. Waarschijnlijk heeft ze hem maar een klein loon gegeven. Hij bleef ten minste niet lang, evenmin als Abraham Girad, die La Rue opvolgde. In 1767 werd de negentienjari ge zoon des huizes haar secondant. In 1773 nam deze Jaques Jeneteau de post van zijn moeder over. Zeven jaar later vertrok hij naar Goes, waar hij gedurende een periode van ruim 25 jaar de zeer gewaardeerde Franse-schoolhouder zou zijn. Pierre Agron uit Kampen volgde Jeneteau op. Het traktement was intussen verhoogd: Agron kreeg geen 200 maar 300 gulden per jaar en "als extra ordinaire douceur" niet één maar twee lasten turf. Ook nu was er een zoon die als ondermees ter fungeerde. In oktober 1786 vroeg deze de stadsregering of hij zijn vader, die ziekelijk was, na diens dood zou mogen opvolgen. Dit verzoek om "survivance" werd ingewilligd, echter onder voorwaarde dat hij de eerste zes jaar niet naar elders zou vertrekken. Na de ruim twintigjarige 'heerschappij' van de familie Jeneteau ging het onder Agron met de Franse School bergafwaarts. De stadsraad riep de oude schoolhouder tot de orde: er moest verandering komen in zijn "onge manierde en allesints slordige huyshouding". Hij beloofde zijn best te doen. In 1791 overleed hij en nam Antoine Nicolas Agron de leiding over. Diens dienstperiode zou echter niet van lange duur zijn: twee jaar later werd hij benoemd tot kostschoolhouder in Gorinchem. In enkele kran ten werd nu een oproep geplaatst om te sollicite ren naar de vacante post in Zierikzee. Een moeilijke beslissing Van de personen die zich meldden waren er slechts twee die in aanmerking kwamen: Nicolas Jean Bourdon en Jean de Ligny. Eerstgenoemde was de Franse schoolmeester van het stadje Tholen, de tweede was kostschoolhouder in Gezicht op Zierikzee vanuit het zuiden in 1743 (Zeeuws Archief, Zelandia lllustrata, potloodtekening door Cornel is Pronk (1691-1759)) 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2003 | | pagina 7