Zeeland, welke van Ouwerkerk en andere dorpen niet meer aanwezig zijn, geven nog tal van bijzon derheden. Het verdient aanbeveling de inventaris nummers in aflopende volgorde te bestuderen. In eerste instantie was de zoektocht niet erg bemoedigend. Terugbladerend vanaf 1625 tot in 1607 had ik (dacht ik) weinig geluk. Ik kwam alleen een Gerit Jansz. Quist tegen en die maakte aanvankelijk het probleem alleen maar ingewik kelder. Maar in 1606 had ik voor het eerst succes; ik vond zowel een Bastiaen Leunisz. Quist als een Crijn Leunisz.9 In 1591 werd deze Crijn Leunisz. eveneens Quist genoemd.10 Bastiaen en Crijn waren dus broers. Met deze vondst had ik het bewijs dat Marinus Bastiaensz. Quist en Cornelis Crijnsz. Quist volle neven van elkaar waren, hetgeen ik reeds jaren lang vermoedde. Het zoeken concentreerde zich vervolgens op Leunis Quist. Dat gaf geen enkel probleem meer, want in 1602 werd hij samen met zijn zoon Bastiaen Leunisz. vermeld." En in 1596 en 159112 wordt hij zelfs LeunisJansz. Quist genoemd!13 Nu werd mij ook duidelijk dat de eerder gevonden Gerit Jansz. Quist zijn jongere broer moest zijn, wiens nageslacht in Steenbergen woonde. Maar dat was nog niet alles; in 1587 werd hij voluit vermeld als Luenis Jan Lenaertsz. Quist samen met zijn zoon Quireyn Leunisz.!19 In 1586 werd Leunis Quist voor het eerst vermeld.15 Helaas leverden de archivalia over de jaren 1572-1585 geen vondsten meer op. Een Jan Lenaertsz. Quist kwam niet als persoon in de archieven voor, zodat ik veronderstel dat hij in 1586 reeds dood was of zelfs nooit in Ouwerkerk heeft gewoond. Hoe dan ook: de naam Quist blijkt al in 1586 in Ouwerkerk voor te komen. Naar Jan Lenaertsz. alsmede de verban den met Ooltgensplaat en het Land van Altena wordt uiteraard verder gezocht. Oudste generaties in Ouwerkerk De familie Quist beschikt over een familiewapen: op een zilveren veld drie (groene) klaverbladen.16 Deze symbolen geven aan dat we met een boe renfamilie te maken hebben, welke zowel de akkerbouw als de veeteelt bedreef. Dit wordt ook Het familiewapen Quist gestaafd door middel van vele archiefstukken over Ouwerkerk. Boeren LeunisJansz. Quist, Bastiaen Leunisz. Quist en Marinus Bastiaensz. Quist waren nog in redelijk goe den doen; zij hadden hun eigen landbouwbedrijf en pachtten regelmatig grond van anderen. De vol gende generaties konden steeds moeilijker het hoofd boven water houden, mede ten gevolge van misoogsten en wateroverlast. Zij hadden na 1700 al geen eigen bedrijf meer. Aan de hand van hierboven vermelde vondsten laten zich de volgende familierelaties reconstru eren: Lenaert Quist i Jan Lenaerts Quist ca. 1515; t ca. 1585 Leunis Quist ca. 1540 X Cnjntje N N Crijn Quist ca. 1565 X Lysbeth Jacobs Bastiaen Quist ca. 1575 X Pieterke Marinis Cornells Quist 1585 X Leentje Jochums tak Steenbergen Cornelis 1592 Jacob 1600 tak Stavemsse tak Vossemeer Willem ca. 1600 tak Ouwerkerk Marinus ca. 1610 tak Ouwerkerk Vervolgens blijft nog de vraag hoe de Ouwerkerkse tak Quist kan worden gekoppeld aan Wouter Aertsz. die tussen 1 564 en 1569 in het land van Altena wordt vermeld en kennelijk drie zonen had: Adriaen Woutersz (Quist), Anthonis Woutersz. en Sebastiaen Woutersz. Ook hier is de naam Bastiaen (Sebastiaen) een aantrekkelijke factor. Het is erg verleidelijk de Ooltgensplaatse familie Quist te koppelen aan de familie uit Ouwerkerk. Arend Quist moet omstreeks 1535 zijn geboren en zou een broer van Leunis Jansz. Quist en Gerit Jansz. Quist kunnen zijn geweest. Bovendien zijn de namen van zijn zonen Willem (geb. 1 564) en Krijn (geb. 1567) ook in Ouwerkerk niet onbe kend. Vooralsnog ontbreekt hiervoor elk bewijs. We weten immers niet wie de vader van Arend Quist uit Ooltgensplaat is. Overigens is Arend de Hollandse roepnaam voor het Brabantse Aert. mr. A. H. O. Verouden 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2004 | | pagina 10