'EXCLUSIEF WONEN' DE OOSTENRIJKSE WONINGEN VAN SCHUDDEBEURS Het woningbestand in Schuddebeurs is bepaald niet eenzijdig te noemen. Historische en heden daagse landhuizen, boerderijen en arbeiders woningen wisselen elkaar af en samen met het vele groen maakt deze diversiteit aan woning typen Schuddebeurs zo charmant. Bijna allemaal zijn de huizen, zoals gebruikelijk, in steen opgetrokken. Nogal afwijkend van mate riaal en uiterlijk zijn de twee donkere, houten huizen aan de Zuiddijkweg, ledereen weet dat ze na de stormvloed van 1953 zijn gebouwd en het ligt voor de hand te denken dat dit ook geschenkwoningen zijn, net als de meeste houten huizen in Zuidwest-Nederland. Maar hoe komt het dat deze twee zo verschillen van de doorsnee geschenkwoning, waarom zijn ze gro ter, door wie werden ze geschonken en waarom staan ze in een plaats waar de ramp geen wonin gen verwoestte? Voldoende vragen om eens wat speurwerk te verrichten. Een welkom geschenk Enige tijd na de stormvloed bood de Provinciale Directie Wederopbouw en Volkshuisvesting te Middelburg enkele geprefabriceerde houten woningen aan aan de gemeente Noordgouwe. Op 1 mei 1953 kwam er een telefoontje hierover binnen bij de gemeente hoofdingenieur-directeur Stam van bovengenoemde instantie. Er was al eerder contact geweest over de bouwpakketten van twee uit Oostenrijk afkomstige en een Franse houten woning.' De pakketten waren al in Nederland en werden bewaard in de opslag plaats van bouw- en timmerbedrijf Kuiper in Amsterdam.2 Ze werden geschonken door het Centraal Bureau Tuinbouwveilingen (CBT) te Den Haag. Om het vervoer te regelen moest contact worden opgenomen met betreffende firma. De gemeente Goes stelde zich beschikbaar om te helpen; de afdeling Gemeentewerken stond een opzichter af om de bouw te begeleiden.3 De vol gende dag sprak men met Kuiper af dat hij het vervoer zou verzorgen. Dit zou van Amsterdam naar Zierikzee per schip en van Zierikzee naar Schuddebeurs per vrachtauto plaatsvinden. De vervoerskosten waren voor rekening van de gemeente Noordgouwe." Twee weken later, op 15 mei, stond dit onderwerp op de agenda van de Noordgouwse gemeenteraad. Deze ver gaderde in het gemeentehuis dat aan de kerk was vastgebouwd, onder voorzitterschap van burgemeester Zeger Cornells.5 De gemeente was niet zwaar getroffen door de ramp, maar toch viel er veel te bespreken en te regelen. De mede deling van de voorzitter dat de gemeente twee woningen cadeau kreeg, werd ongetwijfeld met genoegen ontvangen. De huizen waren bestemd voor ambtenaren van de ruilverkaveling en zou den later eigendom van de gemeente Noord gouwe worden. De exploitatie zou sluitend moeten zijn, met inbegrip van de rijksbijdrage tot de dekking van een eventueel tekort. Het was de bedoeling dat na tien jaar, als de ruil- en herverkaveling van het eiland zeker wel gereed zou zijn, de woningen ter beschikking van de gemeente zouden komen. Al snel sprak men over "de huizen voor de landmeters". Maar waar moesten ze worden gebouwd? Een plaats zoeken Was er nog ergens een goede plek in de gemeen te te vinden? Raadslid Geluk had een idee, hij had wel grond te koop. Het onbebouwde gedeelte van de oude Zuiddijk, die dicht langs zijn boerderij liep, zou worden afgegraven, zodat aan de rand van de Kleine Weel een prachtige plek zou ontstaan om de Oostenrijkse woningen te plaatsen. Half juli 1953 kreeg taxateur H. C. van der Zande de vraag van de gemeente om de percelen sectie E nummers 584 en 785 te taxeren, zodat er een verkoopprijs kan worden vastgesteld.6 Deze financiële transactie leverde geen problemen op, de grond werd verkocht voor 50 cent per m2. Al snel werden er aan nemers gevraagd om in te schrijven. Op 14 juli stuurde Gemeentewerken Goes het bestek, de tekening en een inschrijfbiljet aan de aannemers G. M. Breas te Goes, H. Stouten te Brouwers haven en J. Blom te Noordgouwe. Zij werden ver zocht deze voor 24 juli 1953 terug te zenden, want op die datum zouden de biljetten worden geopend ten gemeentehuize. In dezelfde maand 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2004 | | pagina 19