JAARVERSLAG COMMISSIE JAARBOEK
De Commissie Jaarboek bestond in 2003 uit de
volgende personen: Frans Beekman, Wim Hack,
Rob de Jongh (penningmeester), Rob van
Leeuwen, Joop van Loo, Lydia Mol - Sipman,
Huib Uil/Liesbeth van der Doe - van der Geest
(secretaris) en Daan van der Wekken (voorzitter).
In 2003 verscheen de 28ste jaargang van de
Kroniek van het land van de zeemeermin
(Schouwen-Duiveland)het jaarboek van de
Vereniging Stad en Lande van Schouwen-
Duiveland. In dit jaar werd herdacht dat vijftig
jaar geleden een hevige stormvloed Zuidwest-
Nederland teisterde. De Kroniek van 2003 werd
daarom een speciaal nummer, geheel gewijd aan
de watersnoodramp van 1953. Dankzij enkele
sponsors en de medewerking van elf auteurs kon
de Commissie Jaarboek van de Vereniging Stad
en Lande een bijzondere en uitgebreide publica
tie samenstellen, zelfs veertig pagina's dikker dan
gewoonlijk.
De Kroniek opent met een verslag van drs. A. J.
Rotte over de rampzalige februarizondag in 1953
in Nieuwerkerk. Hij was toen driejaar oud, maar
dankzij de herinneringen van zijn ouders en enke
le dorpsgenoten kan hij bijna van uur tot uur een
overzicht geven van de gebeurtenissen. Ook
mevrouw
L. E. M. Veltman - Hack herinnert zich 1953 en
vooral de tijd erna. Zij was bij de sluiting van het
laatste dijkgat bij Ouwerkerk op 6 november
1953.
In de dialectbijdrage van Adri M. Leijdekkers zijn
enkele Kronkels van de bekende schrijver Simon
Carmiggelt over de ramp opgenomen, waarbij
de opgevoerde gesprekken met inwoners van
Schouwen-Duiveland in het dialect zijn weer
gegeven. Frans Beekman gaat in zijn artikel in op
de ontstaansgeschiedenis van het fotogedenk
boek De Ramp. Dit boek, voortgekomen uit een
particulier initiatief, is voor veel Nederlanders de
sterkste herinnering aan de watersnoodramp.
Een tweede gedenkboek Gekwelde Grond is
eveneens bij velen bekend. Joop van Loo en
Cor Pols bespreken de totstandkoming van de
eerste druk van dit rampdocument in 1958 en
de herziene druk in 1977.
Drs. J. S. Rienks vergelijkt vier sociaal-weten-
schappelijke onderzoeken naar de samenleving
op Schouwen-Duiveland uit de periode 1950-
1955. Deze zogenaamde sociografieën leveren
een interessant beeld op van de Schouwen-
Duivelandse samenleving in de jaren voor en na
de ramp van 1953.
Dr. Peter Priester, conservator van het Maritiem
Museum en het Stadhuismuseum te Zierikzee,
belicht drie objecten die te maken hebben met
de watersnoodramp: de Zierikzeese klok in de hal
van het gemeentehuis van Almelo, de Schouwse
bank te Amsterdam en de in de collectie van het
gemeentelijk museum van Schouwen-Duiveland
aanwezige quilt uit Canada.
Janny Lock beschrijft de noodwoningen die na de
ramp door verschillende landen werden geschon
ken aan de bewoners in de getroffen gebieden.
De nu nog bewoonde geschenkwoningen komen
uit Noorwegen, Denemarken, Zweden, Finland
en Oostenrijk. In het artikel staat de Noorse
woning centraal. Na de ramp werden op diverse
plaatsen rampmonumenten of gedenkstenen
geplaatst. Ali Pankow - Edel noemt ze "bruggen
tussen leven en eeuwigheid". In haar bijdrage
geeft zij aan hoe en waar de verschillende monu
menten op Schouwen-Duiveland opgericht zijn.
In de bijdrage van Daan van der Wekken komen
de internationale contacten van de stad Zierikzee
met Saint-Hilaire-du-Harcouët (Frankrijk) en
Hatfield (Engeland) aan de orde. Weinig steden
kunnen terugkijken op zo een oude en duurzame
internationale band.
Naast steun uit de verenigingskas werden deze
keer financiële bijdragen ontvangen van de
Slavenkas te Zierikzee, het SNS Fonds 't Nut te
Zierikzee en de Koninklijke Zeelandia te Zierikzee.
De nieuwe Kroniek verscheen tijdens de ledenver
gadering die in november in Bruinisse werd
gehouden. Het eerste exemplaar werd door de
voorzitter van de Commissie Jaarboek, Daan van
der Wekken, aangeboden aan de loco-burge
meester van de gemeente Schouwen-Duiveland,
wethouder G. J. van de Velde - de Wilde.
20