dus 'de feiten'. Ook de ingang van het complex
blijft hier. Op de plaats waar nu de zijdeur is,
komt een verbinding naar caisson 02, in dit
object vindt men 'de emoties'. Hierin is het pro
ject '1835 1van Koert Davidse geprojecteerd.
De maker van de film 'De Ramp' eert hier de
slachtoffers en zal hen een stem geven. Men kan
een lege caisson zien en ervaren rond de presen
tatie van '1835 1' en in de nissen, naast het
geheel verzonken pad, beelden van de emoties
van de eerste uren en dagen.
In de derde caisson (03) komt een ontvangst
ruimte voor groepen; te gebruiken in het kader
van bijvoorbeeld lesprojecten en lezingen. In
deze opzet zijn ook een tweede toiletgroep, een
kantoor en documentatie annex studieruimte
geprojecteerd. Een plaats voor een verantwoorde
opslag van materialen is in betreffende caisson
ook gepland. In de nissen langs de gang wordt
het thema 'droogmaken' uitgebeeld.
Via een volgende verbinding komt men in de
vierde caisson: 'Hoe is het nu? Zuidwest-
Nederland na de ramp'. Hier vindt men een
Noorse geschenkwoning, waarin een mediaruim-
te is voor het bekijken van het vele beeldmate
riaal aan (documentaire) films dat beschikbaar is,
waaruit men door een druk op de knop een
keuze kan maken.
De omgeving wordt in beeld gebracht als een
doorsnede vanuit de polder en het dorp via de
kreken, de oude zeedijk, de inlagen en de nieuwe
dijk naar de Oosterschelde.
De ontwikkeling van Zuidwest-Nederland na de
Ramp krijgt een beeld, ook is hier ruimte voor wis
seltentoonstellingen en kan men aan leestafels de
aanwezige documentatie (ook over de in februari
1953 getroffen gebieden in België en Engeland)
bekijken. Bij het verlaten van de caisson is er de
museumwinkel annex 'infohoek' over de omge
ving, met wandel- en fietsroutes en meer.
Buiten bevindt zich op de kop van de caisson een
uitkijktoren, waarvandaan men over de inlagen
naar de Oosterschelde kan kijken. In de inlagen
kan men de kleinere caissons zien, die
Staatsbosbeheer in het kader van dit project
bloot wil graven.
Men kan even stil staan bij het monument voor
de slachtoffers van de watersnood 1953
geplaatst door de gemeente Schouwen-
Duiveland, of teruglopen over het dijkje naar de
ingang van het museum en de parkeerplaats.
Ook kan men een wandelroute volgen.
In de omgeving worden wandelpaden uitgezet of
verbeterd. Eén route (lengte: twee kilometer)
gaat langs de kreken en langs de Oosterschelde
weer terug naar de ingang bij het museum.
Enkele andere paden (lengte: vijf tot acht kilome
ter) lopen door het natuurgebied dat Staatsbos
beheer na de watersnoodramp rondom de uitge
spoelde kreken heeft aangelegd, en langs het
dorp Ouwerkerk met zijn begraafplaats en de
geschenkwoningen
Onderweg kan men een van de caissons bekijken
die de polder is ingespoeld. Ook passeert men
dan de restanten van de oude zeedijk, voor men
weer bij het museum arriveert.
(foto collectie Museum Watersnood 1953,
Ouwerkerk)
De toekomst
Hanteert het museum de woorden 'herdenken,
herinneren en weten' als trefwoorden, bij het
omschreven plan van de nadere vormgeving van
het 'Nationaal Monument Watersnood 1953',
wordt de nadruk gelegd op de educatieve functie
van het geheel (voorlichting en informatie).
Getracht wordt te verwijzen vanuit het verleden
naar de mogelijke toekomstige ontwikkelingen.
Immers de ontwikkelingen van de laatste jaren
tonen aan, dat men alert moet blijven in de strijd
tegen het water. Als de plannen worden gereali
seerd, zal een openstelling gedurende het hele
jaar noodzakelijk zijn, evenals het inzetten van
een of meer medewerkers gericht op educatie en
documentatie.
Jaap Schoof
18