TARWE OOGSTEN OP SCHOUWEN-DUIVELAND ANNO 1934 Op de hierbij afgebeelde foto zien we een zomers tafereel uit het Oosterlandse van zo'n zeventig jaar geleden. Het is eind juli en het maaien van het graan is begonnen, hier op de achtergrond te zien. Het lijkt een "licht" gewas tarwe. In een tijd dat mondjesmaat kunstmest werd gebruikt, is dat begrijpelijk. De jonge Leendert Fonteijne helpt zijn vader, landbouwer Florus Hendrik Fonteijne, "Eine Fonteijne" genoemd, die hier de paarden ment. Deze combinatie van een maaimachine en een zogenaamd aflegapparaat was op Schouwen- Duiveland een zeldzaamheid. De fotograaf legde tijdens een rustpauze de situatie goed vast. Ook de Zeeuwse paarden met typische vliegen- kleedjes staan er goed op. Het moet ergens dichtbij de Rampertse Dijk zijn geweest in de polder Oosterland, want daar boerde Fonteijne. Zijn boerderijtje verdween tijdens de waters noodramp van 1953, maar tijdens evacuatie van 1944 was hij al definitief naar Amsterdam ver huisd. Ook de schimmel, het "roepaerd" - een "blauen" noemde men hem - was toen een zeldzaam en een wat chique trekpaard voor de boer, waarvan de staart niet was gecoupeerd. In tegenstelling tot de schimmel was de staart van het "andpa- erd", een vos, wèl "geblokstaerd". We zien op de voorgrond, aan de maaibalk met wieltje, een "torpedo", voor het scheiden van het gemaaide en het nog te maaien koren, en het "binnenzwadbord" bij het wiel. Eraan vast het lattenwerk waarop het gemaaide graan viel en bleef liggen, totdat de boer, vanaf zijn zitting, met een houten hark met zes pennen en een handige zwaai, een bepaalde hoeveelheid koren eraf duwde. Met mensenhanden werden zulke bundels dan tot schoven gebonden en aan "hopen" gezet, voor ze in de schuur werden gereden. Dit maai- en oogstwerk was een soort over gangsfase tussen het eeuwenlange "sikkels blinken, sikkels klinken" en het revolutionaire moderne graanmaaien met een zogenaamde "zelfbinder", waarbij de schoven automatisch met touw gebonden uit de korenmaaier vielen. Deze overgangsperiode duurde van omstreeks 1915 tot 1935. Nadien, in de crisistijd, moderni seerde men verder met de "zelfbinder" en wilde men ook het zware handwerk van het schoven binden niet meer doen. Niemand kon toen bevroeden dat nog geen twintig jaar later ook deze machines weer zouden plaatsmaken voor de gecombineerde maai- en dors machines, de bekende combines, waarvan de eerste al direct na de oorlog door de uitvoering van het Marshallplan op Schouwen- Duiveland arriveerden. Het gedor ste graan werd door deze machi- I pfc- ne nog in zakken opgevangen. Vijftien jaar later werd ook dit weer vereenvoudigd. Want ieder een had toen ineens een graan- tank op zijn combine, zoals ook in juli en augustus 2004 weer te zien zal zijn; toch heel wat een voudiger en sneller dan in 1934! Wim de Vrieze (collectie auteur) 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2004 | | pagina 21