"UUT DE PEPIEREN"
ARCHIEFBRONNEN OVER HET DAGELIJKS LEVEN OP SCHOUWEN-DUIVELAND
De zaal van logement De Weerd aan de
Poststraat in Zierikzee was op donderdagavond
8 oktober 1885 trefpunt van belangstellenden in
een te houden godsdienstige redevoering, en van
een aantal plaatselijke jongeren. Op verzoek van
de Zierikzeese manufacturenkoopman Hendrikus
van der Baan en twee andere "voorstanders der
evangelieverkondiging", zou Pieter van Paassen
spreken. Van Paassen was prediker in de kring
Kapelle van de Goese Vrije Evangelische
Gemeente, een kerkelijke gemeente ontstaan
onder invloed van verschillende opwekkingsbe
wegingen binnen de Nederlands-hervormde Kerk.
Maar de jongeren bleken niet te zijn gekomen
om zich te verdiepen in de stichtelijke opvattin
gen van de prediker. Zij maakten zoveel rumoer
dat deze zich moeilijk verstaanbaar kon maken.
Al eerder waren door de "voorstanders" georga
niseerde bijeenkomsten verstoord door "allerlei
buitenspoorigheden" van jongeren. Ditmaal was
het lawaai ergerlijker en werd de gemeentepolitie
ingeschakeld om de baldadige jeugd uit het
etablissement te verwijderen.
Buiten werd het geraas niet gestaakt. Spottend
gezang en meer gejoel trokken al gauw de aan
dacht van een aantal van avondschool terugke
rende leerlingen en andere "belangstellenden en
nieuwsgierigen". Op zeker moment was in de
straat sprake van een samenscholing van twee- a
driehonderd mensen. Nadat de bijeenkomst in
het logement ten gevolge van het rumoer was
beëindigd, liep de menigte onder aanvoering van
enige "belhamels" de Poststraat uit, waarschijn
lijk in de richting van de Balie. In het kielzog
bevond zich de hondenkar van Van der Baan, die
men in de Varreput bij de Dikke Toren duwde.
De stemming moet er goed in gezeten hebben,
want de schare trok daarna verder en enkele rui
ten sneuvelden. Het eerst moest het glaswerk het
ontgelden van de christelijk-gereformeerde
ouderling jhr. Johan Louis de Jonge aan de Oude
Haven, op wien men het gemunt scheen te
hebben, als voorstander van de afschaffing van
het gebruik van sterken drank". De Jonge, in die
tijd voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging
tot Afschaffing van Sterken Drank, ijverde al jaren
voor verbod van verkoop van gedistilleerd. Ook
gingen er stenen door de ruiten van lokalen van
de plaatselijke Armenschool en Tusschenschool.
Omstreeks tien uur die avond ging de menigte
uiteen en keerde de rust weer in de stad.
De politie had zich zoveel mogelijk op afstand
gehouden en beperkt tot het geven van waar
schuwingen.
De volgende avond was het opnieuw mis. Rond
half negen trok een ongeveer even grote "volks
menigte" door de straten, met kleine jongens in
de voorhoede gevolgd door jongens in leeftijd
variërend van veertien tot twintig jaar. Verder
liepen enige meisjes en een groot aantal nieuws
gierigen mee. Met kiezelstenen geraapt van een
hoop grind die buiten de Zuidhavenpoort lag,
gooide men meerdere ruiten in. Vele glasscher
ven vielen. Nu waren de politieagenten - die
waakzaam met de menigte meeliepen - wèl
bereid krachtdadig in te grijpen. Zij konden ech
ter de stenengooiers onder het volk niet onder
scheiden en dus niet in de kraag pakken. Tegen
half elf gingen de meeste mensen naar huis.
De agenten dreven de overgebleven volhouders
uiteen, en daarmee kwam een eind aan de twee
de onrustige avond in de Oosterscheldestad.
De politie was niet verdergegaan dan het hier en
daar uitdelen van "waarschuwing en aanma
ning".
Omdat op de zaterdagavond gewoonlijk al veel
volk in Zierikzee op de been was en daarom voor
de volgende dag "buitengewoon veel agitatie"
te verwachten viel, vond burgemeester mr. Jacob
Pieter Nicolaas Ermerins dat er bijzondere maat
regelen moesten worden getroffen. Hij ontbood
een der wethouders, de officier van justitie van
de arrondissementsrechtbank en de commandant
van de Dienstdoende Schutterij ten stadhuize. Na
de bijzondere vergadering werd door de officier
van justitie het in Zierikzee aanwezige aantal per
soneelsleden van gemeente- en rijkspolitie uitge
breid met een brigadier-majoor en rijksveldwach
ters van de eilandelijke buitengemeenten en van
Tholen. Bovendien werd door de commandant