af van gebouwen restaureren en na afloop van zijn bezoek stelde hij ons gerust. Het was heel goed op te knappen, volgens hem. Gelukkig kreeg hij gelijk.' Het was veel werk, maar ze hadden de tijd. Veel deden ze zelf, samenwerken zijn ze gewend. Lex is van de leidingen en de installaties en Emmy schildert. Lex lijmt de tegels, Emmy voegt ze. Hoe oud het huis precies is, was niet bekend. De makelaar zei indertijd dat het 160 jaar oud zou zijn, maar dat leek niet te kloppen. Tijdens zoekwerk in het archief van de gemeente Haamstede en de waterschapsarchieven vonden ze een zeventiende- eeuws veld boek waarin "t moolhuys" werd vermeld. Hieruit was op te maken dat er tussen 1652 en 1664 al een huis op deze plek stond. Een van de weinige, want de weg tussen Burgh en Haamstede was toen nog onbebouwd. Lex en Emmy hebben hun huis het geboortejaar 1658 gegeven. Dit jaartal is tegenwoordig op de gevel te lezen. Molenaar Blom Adriaan Jan Blom was in het begin van de twintigste eeuw molenaar op De Graanhalm. Aan de achterkant van het huis liep een pad naar de iets verder gelegen molen. Op den duur kreeg Blom last van het stof in de molen en begon uit te zien naar ander werk. Burgemeester C. M. Bolle hoorde hiervan. Er was pas een Boerenleenbank in het dorp opgericht. Zou Blom niet geschikt zijn om daar te gaan werken? Dat leek de voormalige molenaar wel wat, en vanaf 1912 was de Haamsteedse Boerenleenbank in het oude molenaarshuis gevestigd, met Blom de kassier. De voorkamer, rechts van de deur werd ervoor ingericht. Kwamen er veel klanten tegelijk, dan wachtten ze op hun beurt in de woonkamer. Niet zo leuk voor de privacy. Daarom werden er later stoelen in de gang gezet voor de klanten. In 1921 werd er een keuken bij het huis aangebouwd, en in 1949 verrees er een complete aanbouw aan het huis, aan de noordoostzijde van de woning. Het werd een kantoor met wachtruimte en een aparte ingang. In 1963 bouwde de bank, inmiddels de Rabobank genaamd, het huidige kantoor aan de overzijde van de weg. Tegenwoordig wordt de aanbouw als vakantieappartement verhuurd. Stad en Lande 'Ik kom hier voorgoed wonen', zei Lex in 1994 tegen Tineke Deurloo. Hij kende haar van het verhuren van huizen via de WV. 'Dan moet je meteen lid worden van Stad en Lande', was haar antwoord. De daad werd al snel bij het woord gevoegd. De bijeenkomsten van de vereniging werden over het algemeen interessant gevonden. Een ontmoeting met Hugo Doeleman gaf de stoot tot het lidmaatschap van de Monumentencommissie in 2002. Na het afscheid van Doeleman als voorzitter, bleek Lex de aangewezen persoon om de voorzittershamer over te nemen. Een bijzonder strijkglas Tijdens het verbouwen van het woonhuis in 1995, werd er een vloer opgebroken. Er moest een badkamer en een wc worden gemaakt. Het opbreken was niet moeilijk, de planken vloer lag in het zand. Tijdens graafwerkzaamheden bij de ingang van het voormalig bankgebouwtje om een aansluiting op de riolering te kunnen maken, stuitten ze op iets wat waarschijnlijk de Plat- of strijkglas gevonden in de tuin (tekening vervaardigd door Leida Goldschmitz) beerput is geweest. Allerlei dingen kwamen ze tegen, scherven, stenen en een gaaf flesje, met merktekening, dat in goede staat verkeerde. Heel bijzonder. Tijdens het dichtmaken van de sleuf rolde er ineens een platte, ronde steen onder de hark door. 'Kijk nou eens, wat een bijzondere steen, zo gaaf en mooi van vorm, dat lijkt wel iets bijzonders. Als je hem tegen het licht houd, is hij een beetje doorschijnend. Het kon wel eens glas zijn, in plaats van steen'. Maar het was te druk om er veel aandacht aan te schenken, de vondsten werden netjes in een doos gedaan en bewaard. Het moment waarop het begon te kriebelen om er meer van te weten te komen, brak aan na een bezoek aan het museum De Burghse Schoole. Daar zagen ze dezelfde soort steen, maar veel kleiner, liggen en het onderschrift vermeldde: "strijkglas uit 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2004 | | pagina 14