VERSLAG VAN DE NAZOMEREXCURSIE NAAR LILLE OP 28 AUGUSTUS 2004 Met een spontaan woord van dank aan de Commissie Excursie van een meereizend iid en een extra rondje van de chauffeurs kwamen de twee bussen een uurtje later dan in het programma was vermeld weer terug in Zierikzee aan. Het was het einde van de jaarlijkse najaars excursie, die ik gezien het vroege tijdstip in de titel heb veranderd in nazómerexcursie. Nu konden alle 77 deelnemers terecht zeggen dat alle andere 'Stad-en-landers' een buitengewone kans op een schitterende excursie aan hun neus voorbij hadden laten gaan. Daar was natuurlijk ten eerste het schitterende weer, tussen de regenachtige dagen in, dat er voor zorgde dat we onze lunch buiten op een zonnig terrasje konden nuttigen met een glaasje Franse wijn en een potje onvervalst Belgisch bier (want zo doe je dat in Lille). Ten tweede, maar dat had ik misschien beter eerst kunnen noemen was daar de onvolprezen organisatie die dankzij een gedegen voorbereiding een fantastisch programma had uitgezet. Ten derde was er het vervoersbedrijf Van Oeveren dat ons twee prachtige bussen ter beschikking stelde met daarin twee zeer bekwame chauffeurs. En ten vierde was daar Lille. Een stad waarop je meteen verliefd wordt, als je de binnenstad inrijdt. Voordien had ik deze stad vele malen vervloekt, omdat het op mijn reizen naar het zonnige zuiden midden op de snelweg een hinderlijk obstakel vormde. Was ik maar eerder deze 'sta-in-de-weg' binnengereden! Om half acht 's ochtends waren we uit Zierikzee vertrokken. Naar het zuiden, onder de Westerscheldetunnel, langs Gent. Om tien uur zaten we aan de koffie met gebak in het weg restaurant Nazareth. En precies om elf uur reden we Lille binnen. Daar voegden zich twee Lilloise gidsen bij ons gezelschap en kregen wij een rondrit door de stad. Lille, een Vlaamse enclave in het Noord-Franse land. Eerst, het is bekend, heette het Rijssel. (deze naam staat nog altijd op de Belgische richtingborden) Beide namen stammen af van het Latijnse woord 'insula', dat 'eiland' betekent. In de zeventiende eeuw liet de Zonnekoning zijn begerige oog op dit eilandje vallen en nam het in bezit. De Vlamingen moesten voortaan naar de Franse pijpen dansen en dat ging niet zachtzinnig. De hele stad werd in één generatie verfranst. Eerst het onderwijs en de kerk (Franse schoolmeesters en Franse priesters) de rest ging vanzelf. Helemaal Frans? Nee, natuurlijk niet, de Vlaamse cultuur druipt er van de muren. Dat was tijdens de rondrit goed te zien. En het werd ons goed verteld! De Vlaamse graven en Bourgondische hertogen vlogen door de bus dat het een lieve lust was. Soms werd er wel eens een Spaanse koning met een Habsburgse aartshertog verwisseld, maar dat mocht de pret niet drukken. We begonnen de rondrit bij het WV-gebouw, dat gevestigd is in het vroegere paleis van Philips de Goede, het Palais Rihour. Zeer mooi vond ik het grote marktplein met o.a. het prachtige beursgebouw in Vlaamse stijl (1632) opgetrokken. We passeerden het huis van Louis Pasteur, het geboortehuis van Charles de Gaulle en het optrekje van een huidige minister, waarvan me de naam ontschoten is. Interessant om te horen was dat de stad hetzelfde wapen om zich te verdedigen gebruikte dan zijn Hollandse aanvaller, de prins van Oranje, namelijk het water: de hele omgeving van de stad werd onder water gezet tijdens het beleg. De verdedigingswallen waren hier en daar nog goed te zien. Daarna kwamen in 'het Schuddebeurs van Lille', waarweallemaal reusachtige buitenhuizen konden bewonderen. Maar met zijn 30.000 inwoners en ruim 40 discotheken ging de vergelijking met onze buurtschap wel heel snel mank. Bijna aan het einde van de rondrit kwamen we op het imposante Place de la République met aan de ene kant het Palais des Beaux Arts en aan de andere zijde de Préfecture. Beide gebouwd aan het einde van de negentiende eeuw Het oogt natuurlijk erg bombastisch maar aan de andere kant heeft die 'grandeur' ook wel z'n charme. Aan de achterkant van het Palais wilde men later een identiek gebouw neerzetten, maar dat bleek te duur uit te pakken, zodat men besloot een glazen faqade te plaatsen waarin het oude 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2004 | | pagina 23