publicaties gemaakt. Hij stelt aan de ledenvergade
ring voor, de heer F. Beekman te benoemen tot erelid.
De ledenvergadering beloont dit voorstel met een
krachtig instemmend applaus!
De volgende voorzitter krijgt het woord: de heer
Van der Wekken mag namens de Commissie
Jaarboek de 29ste Kroniek van het Land van de
Zeemeermin uitreiken. Het grote aantal medici die
geïnteresseerd zijn in aspecten van de geschiedenis,
valt dit jaar gewoon op. Het jaarboek wordt dit jaar
door de Slaven-kas Zierikzee, het SNS-fonds Het Nut
en de Zeelandia gespon-sord, zodat de ledenprijs
14 euro kan blijven. De meeste auteurs komen van
avond iets vertellen over hun onderzoek, waarover
ze ook een voorwerp bij zich hebben.
De heer J. H. van den Berge heeft een artikel
gemaakt over bijzon dere, gekleurde tegeltjes in een
keldertje aan de Oude Haven. De heer A. P. van der
Vliet vertelt over het telkens verplaatsen van de vis
markt in Zierikzee van de Brede Brug naar de Sint
Domusstraat. Hij heeft een zilveren schaal bij zich
van een van zijn voorvaderen: Dingeman van der
Vliet was burgemeester van Zierikzee en nam zijn
hoog bezoek mee naar Viane en deelde prins
Hendrik: 'Das ist ein Gemaal'. 'Ach so', sprach der
Prinz, 'ich bin auch ein Ge-mahl!' Schooldirecteur
A. Damman toont een zilveren inktstel, dat ooit
heeft toebehoord aan een verre voorganger van
hem: J. A. M. van der Jagt. Het inktstel is nu weer
terug in De Burghse Schole. Van de manufacturen
zaak Ochtman is een kist bewaard gebleven, waarin
de stalen stof zaten, vertelt de heer P. A. A. Klok. Hij
legt de overeenkomst tussen chirugie en manufac
turen fijntjes uit: het gaat beide om nauwkeurig
knippen en naaien! De heer M. van der Vliet heeft
brieven onderzocht van zijn voorouder, die hier de
eerste veearts in Zierikzee was. De heer J. van Loo
heeft twee verhalen over de armoe in de negen
tiende eeuw in streektaal. Auteur F. Meulenberg zal
vanavond een lezing houden over zijn artikel.
Vervolgens dankt de blij verraste heer Beekman voor
het hem toegekende erelidmaatschap. Hij vertelt,
dat we als Vereniging trots mogen met zo'n grote
opkomst van bijna 80 mensen. Hij is lid in Den
Haag. De historische vereniging daar heeft ongeveer
evenveel leden, rond de 900. In het Haagse komen
slechts tien tot vijftien leden op de algemene leden
vergadering. Het fijne is bij ons juist de binding met
de eigen streek. Dit is de eerste keer, dat hij nog
niets van het nieuwe jaarboek heeft gezien.
Na de pauze volgt de presentatie met beamer door
mevrouw Blikman over Havenpark 13-15, een huis
met vier deuren: twee aan het Havenpark en twee
aan de Hoge Molenstraat. 'Non nobis sed posteris'
betekent: 'Niet voor ons, maar het nageslacht'.
Mevrouw Blikman vertelt over de huidige eigenaar,
genoemde architect Van Traa, en over de geschie
denis van zijn huis, dat nu weer een voornaam
interieur heeft.
Het andere pand is de voormalige pastorie van
mevrouw Starmans, Ring 16 in Dreischor, waar
diverse generaties dominees gewoond hebben, zo'n
veertig in totaal.
De lezing van de heer drs. F. Meulenberg begint
laat, doordat andere onderdelen wat meer tijd verg
den. Hij begint zijn verhaal in 1951 met schedelme
tingen en opgraving van menselijke resten op de
oude begraafplaats van het Schouwse gehucht
Nieuwerkerke of Schutje. John Huizinga en zijn
kompaan Pierre Vinken gingen onderzoek doen
naar vorm en afmeting van schedels, die voor hen
bepalend waren voor afkomst en ras. Huizinga
onderscheidt langschedelig voor het Nordische ras
en rondschedelig voor het Alpine ras. Daarom
onderzocht hij vooral begraafplaatsen, waar lange
tijd weinig externe invloeden waren, zoals op
Schouwen. De herver-kaveling zou er aan komen en
in 1951 was alles nog ongerept. Archivaris J. van
Beveren wees de weg. De eerste voorzitter van Stad
en Lande, dr. Westendorp Boerma had veel belang
stelling voor het project. Daarom hield Huizinga dat
jaar een lezing in Mondragon over het onderwerp.
Er was ontzettend veel belangstelling voor en in de
Zierikzeesche Nieuwsbode verschenen er diverse
artikelen over. Helaas kon Huizinga ondanks zijn
diepgravende onderzoek geen goed antwoord
geven op de vraag naar de herkomst van de
Zeeuwen. Ook in de jaren vijftig werd het DNA ont
dekt, wat een heleboel antwoorden geeft over de
herkomst van mensen. Sommige wegen van de
wetenschap blijken helaas dood te lopen, ergens in
de klei. De onderzochte delen berusten nog steeds
in de atoombomvrije kelder van het depot voor
archeologisch bodemonderzoek in Middelburg.
Na de lezing dankt de voorzitter alle aanwezigen en
wenst dezen een goede thuisreis en een goede
nachtrust.
drs. P .F. Vleugel
20