VOLKSKUNSTENAARS JAN EN PIET HOEK TE
BRUINISSE1
In de verzamelingen van de musea in de kust
provincies Friesland en Groningen vinden we veel
afbeeldingen op doek, paneel en op papier, maar
ook op geverfde kasten, tafelbladen, wijzerplaten,
houten schooltassen en mangelbakken. Deze
objecten tonen ons de vele typen schepen die in
ons land hebben gevaren. Vaak gaat het om
vormen van volkskunst van de bewoners van de
havenplaatsen in de noordelijke kustprovincies.
De havenplaatsen Hindeloopen en Workum en de
eilanden Ameland en Terschelling trekken jaarlijks
vele bezoekers, die het plaatselijke traditionele
schilderwerk willen zien. Naast voorstellingen van
bijbelverhalen was het schip, voor de ambachts
man die dit alles heeft gedecoreerd, een favoriet
onderwerp. Zeilschepen met liefde afgebeeld zon
der serieus rekening te houden met perspectief en
schaduwwerking: schilderwerk dat door de kracht
van de eenvoud door menige beschouwer wordt
gewaardeerd.
Jan Hoek
Nu van de noordelijke provincies naar Zeeland:
Daar ving in de zomer van 1888, op het eiland
Schouwen-Duiveland de geschiedenis van de
eilandelijke tak van de familie Hoek aan. Als het
historisch begin kan worden beschouwd het
huwelijk van de 27-jarige in Leiden ter wereld
gekomen, maar in Bruinisse werkzame zetschipper
Johan Christiaan August Wilhelm Hoek (Jan) en
Pieternella van Gilst (Pietje), dochter van de lokale
mosselschipper Abraham van Gilst Joostsz. bijge
naamd Bram Löte, en Anthonia Laurina Beekman.
Sommigen in Hoeks familie en in zijn dorp herinne
ren zich hem als 'Jantje 'Oek' of naar een van zijn
bijverdiensten 'Jantje de Sliklöóds'.
Jan Hoek kwam, zoals dat heet, 'van goeden
huize'. Zijn vader Melchior Auguste Adolphe Hoek
was een telg uit een Nederlandse tak van de oude
Westfaalse familie Huck (Hueck), bestemd voor
Pieternella van Gilst Abrahamsdr,, echtgenote
van Johan C. A. l/lHoek (foto A. L Preuniger
te Zierikzee, 1888)
Johan Christiaan August Wilhelm Hoek,echt
genoot van Pieternella van Gilst Abrahamsdr.
(foto A. L. Preuniger te Zierikzee, 1888)
15