VAN DE REDACTIE
Geschikt voor lezing in zomerse omstandigheden
kan dit juli-nummer waarschijnlijk wel worden
genoemd. Teksten van drie schrijvers maakten het
mogelijk een luchtig nummer samen te stellen.
Op verzoek van de redactie heeft schrijfster en
columniste Marjan Berk voor het blad geschreven
over haar al vrij snel niet meer zo hoopvolle zoek
tocht naar de gewaande voorvader dichter en
staatsman Jacob Cats. Zoals van Marjan Berk mag
worden verwacht, is het in mei verschenen Het
bloed kruipt over de zoektocht met veel gevoel
voor humor geschreven.
Een negentiende-eeuwse onbekende, naar alle
waarschijnlijkheid Zierikzeese persoon, legde voor
zijn familie een overlevering vast over een dagje
Westenschouwen in de zomer van 1770. Zijn met
veel details doorspekte verhaal werpt licht op
verdwenen Zeeuwse gebruiken rondom de vrijerij:
het in zee dragen van het meisje en het duinrollen
bijvoorbeeld, in de zeventiende eeuw door Jacob
Cats in zijn Spiegel van den ouden ende nieuwen
tijdt (1632) in de Schouwse duinen gesitueert.
Maar door het bekende achttiende-eeuwse
gedicht 'Roosje' van de uit Vlissingen afkomstige
dichter Jacobus Bellamy, werden deze folkloristi
sche uitingen in het algemeen aan Walcheren
gekoppeld. Het manuscript bevindt zich in het
bezit van mevrouw Koos de Vos in het Groningse
Haren, een achternichtje van archivaris en
geschiedschrijver Pieter Dignus de Vos. Zij
stelde dit voor publicatie in Stad en Lande ter
beschikking. Het verhaal geeft een aardig beeld
van de 'jongerencultuur' in de achttiende eeuw.
En het bevat een duidelijke verwijzing naar het
bestaan van de Westenschouwse sage over de
verbolgen zeemeerman en diens geroofde vrouw.
Dit oude volksverhaal, waarvan het bestaan in
1843 zover bekend voor het eerst werd geboek
staafd, is dus misschien wel minstens achttiende-
eeuws! De vondst van het manuscript toont maar
weer eens aan welke schatten gewoon thuis in
een ladekastje of op zolder kunnen liggen!
De tekst van de speech van de eindredacteur,
die eind mei als verwant en voormalige adjunct
streekarchivaris op Schouwen-Duiveland, het zomer
seizoen van de Bruinisser musea opende, is op
instigatie van de voorzitter van de Stichting Musea
Bruinisse in dit nummer opgenomen, in bewerkte
vorm. Deze verhaalt over volkskunstenaars Jan en
Piet Hoek en hun werk. De artistieke vader en
zoon Hoek voorzagen hun dorp Bruinisse en ook
twee Zierikzeese café's van scheepsportretten.
Door hun werk is in Bruinisse minstens een halve
eeuw sprake geweest van een traditie die in de
provincie vreemd is: de versiering van huiskamer-
en scheepsinterieurs met geschilderde schepen.
Anja Romijn interviewde Peter Vleugel, van wie na
een ruime periode als bestuurslid van de Vereni
ging, tijdens de laatste Voorjaarsvergadering
afscheid werd genomen. Vleugel, in het dagelijks
leven docent middelbaar onderwijs in de omge
ving van Rotterdam, is op Schouwen-Duiveland
met name bekend als cultuur-historisch gids.
Ir. Hans van Duivendijk schreef over het schilderij
van een "French chateau", waarvan hij in een
Londense kunstboekhandel een afbeelding ont
dekte.
Bezorgde Zierikzeeënaars vragen in de laatste gro
tere bijdrage uw aandacht voor een voor velen
onbekende Zierikzeese theekoepel in een gebied
met een lange en rijke geschiedenis, waarin tot in
de vorige eeuw buitentuinen hebben gelegen. Het
gebouwtje is onderdeel van de woning aan het
Lange Pad.
SiBLlOT^
SEW. EX^>\
1