PRAET
hoord, maar hij bleef hardnekkig ontkennen het
geld en de sieraden, die nog steeds werden ver
mist, gestolen te hebben.
Bij arrest van het Hooggerechtshof in Den Haag op
23 november 1827 werd de zaak van Gerard Sinon
verwezen naar het Hof van Assisen in Middelburg.
Sinon was inmiddels tien dagen daarvoor al naar
de provinciehoofdstad overgebracht.
Op 5 december 1827 nam het proces tegen
hem een aanvang. Tijdens de zitting verklaarde
hij opnieuw dat hij het geld en de sieraden niet
had gestolen. Hij zei dat hij met ongeveer 55 gul
den op zak in Zierikzee was aangekomen. Dat hij
spullen bij Balten de Wit had achtergelaten kwam
omdat hij die voorlopig niet nodig had en na de
kermis in Oude Tonge weer zou ophalen. Van het
geleende geld, zowel bij De Wit als bij Gommerina,
verklaarde hij, dat niet hij maar zijn zoon dat had
geleend en dat hij alleen borg had gestaan. Zijn
schuld vanwege de op aanbetaling gekochte viool
bij Tachi had hij op 14 september voldaan.
Op 13 december 1827 deed het Hof uitspraak en
omdat er geen voldoende bewijzen waren gele
verd dat Gerard Sinon schuldig was, werd hij vrij
gesproken. Vanuit Middelburg keerde hij terug
naar Zierikzee, waar hij onder genot van een bor
reltje bij Jan Buyterse zijn spullen kwam ophalen.
Omdat het kluwen wol achterin de lade van het
hoekbuffet was terechtgekomen, vergat de vrouw
van Buyterse hem mee te geven en Sinon durfde
er niet om te vragen. Met zijn kermisgezelschap
trok hij verder het land in. Enige enige tijd later
stierf hij in Leiden.
J. H. Midavaine
Geraadpleegde bronnen
Zeeuws Archief (ZA), Rechterlijke Archieven 1796-
1838, inv.nr. 113 (vonnisnr. 2642).
ZA, Inschrijvingsregisters Zeeuwse strafinrichtin
gen, inv.nr. 219 (inschrijvingsnr. 872).
EEN GESPREK MET ANDRÉ FLIKWEERT, DE NIEUWKOMER IN HET BESTUUR VAN STAD EN LANDE
Het bestuur van de Vereniging Stad en Lande
van Schouwen-Duiveland is weer voltallig met de
toetreding van mr. A. S. Flikweert als nieuw lid.
Zijn familie is diep geworteld in de Schouwen-
Duivelandse geschiedenis. Het kan haast niet mis
sen: wanneer iemand Flikweert heet, heeft hij of
zij een stevige band met Schouwen-Duiveland.
Sinds het huwelijk woonden André Flikweert en
zijn echtgenote in Middelburg. Onmiddellijk na
de verhuizing naar Zierikzee vorig jaar, werd hij
gevraagd om een steentje bij te dragen in het ver
enigingsbestuur.
Waarom vroegen ze jou?
Ik kom regelmatig bij het Gemeentearchief en
heb daar vaak contact met leden of bestuursle
den van Stad en Lande. Meestal houd ik me daar
bezig met genealogie. Ik ben al heel lang lid van
de Vereniging en bezoek soms ook de bijeen
komsten. In Middelburg deed ik vrij veel naast
mijn werk, vooral voor de kerk. Toen in augustus
bekend werd dat we naar Zierikzee zouden ver
huizen, liet ik me tegen een van de bestuursle
den ontvallen dat ik wel eens 'iets' voor Stad en
Lande wilde doen. Dat was niet tegen dovemans
oren gezegd, er bleek net een bestuursvacature te
zijn. Over het aanvaarden hiervan heb ik niet lang
na hoeven te denken, want zoiets past prima bij
mijn persoonlijkheid en interesse. Ik ben in 1968
geboren in Nieuwerkerk, als zoon van een fruitte
ler aan de Sluisweg. Mijn jeugd bracht ik door in
Nieuwerkerk. Op mijn zeventiende ging ik rechten
studeren met als specialisatie staats- en bestuurs
recht. Niet alleen rechten had mijn interesse, ook
aan filosofie heb ik veel gedaan. De combinatie
van beide vakgebieden blijkt heel zinvol tijdens
het uitoefenen van mijn werk als officier van justi
tie. Mijn beroepsachtergrond kan een goede aan
vulling zijn op mijn bestuurslidmaatschap.'
10