Was het de aantrekkingskracht van je geboortegrond, die je deed besluiten om in Zierikzee te gaan wonen? Nee, de beslissing kwam voort uit praktische over wegingen. Per 1 november 2005 werk ik aan het parket in Rotterdam. De reis Middelburg- Rotterdam vice versa is te groot om elke dag af te leggen. Vanuit Zierikzee is deze natuurlijk aan merkelijk korter. Mijn vrouw werkt in Goes, voor haar maakt de afstand nauwelijks verschil. We zochten een huis met geschiedenis en dat vonden we hier aan de Touwbaan. Deze woning werd in 1927 gebouwd in opdracht van Cornelis van der Vliet, directeur van de bank R. Koole Zoon. Hij was getrouwd met Catharina Helena ten Haaf uit Noordgouwe, dochter van een rijke boer. Het is een huis met stijl. Er staan er meer van dit type op Schouwen-Duiveland, wel verschillen ze van formaat. Wie het Kin-Yu heeft genoemd, weet ik niet, maar de reden waarom het zo heet is dui delijk. In dit gedeelte van de stad had de medi cus en bioloog Job Baster in de achttiende eeuw zijn tuin met vijvers. Het is hem in 1759 gelukt om in die vijvers goudvissen te kweken. De goud vis komt oorspronkelijk uit China en wordt daar 'Kin-yu' genoemd. Daarom is deze naam juist voor dit huis zo goed gekozen. Het wonen hier bevalt prima. Het is een prettige bijkomstigheid dat een flink deel van de familie op Schouwen-Duiveland woont. Een van mijn zusters verhuisde vorig jaar naar Brouwershaven en mijn ouders wonen nog steeds in Nieuwerkerk. De familie bezoeken is dus veel eenvoudiger geworden.' Wat interesseert je in het bijzonder in Zeeland? 'Natuurlijk in de eerste plaats de geschiedenis, maar verder is de taal een favoriet onderwerp. Ik spreek het liefst dialect, daar kun je je zo duidelijk in uit drukken. Wat dit betreft is het hier leuker dan in Middelburg. In die stad hoor je de 'Zeeuwse taele' veel minder spreken. Dit zal ongetwijfeld te maken hebben met de aard van de bevolking en de vele 'import'. In de dorpen op Walcheren wordt het nog wel veel gesproken. Als ik in con tact kwam met inwoners van Arnemuiden genoot ik van hun prachtige, authentieke dialect! Hoewel eigenlijk alle dialecten hun eigen bekoring hebben. De onderlinge verschillen zijn trouwens opvallend, de Thoolse en Schouwen-Duivelandse dialecten zijn duidelijk verwant aan elkaar, maar bijvoor beeld het Zuid-Bevelands wijkt enorm af. Heel inte ressant allemaal. Wat dat betreft is er een belang rijke taak weggelegd voor de Vereniging voor Dialectonderzoek, waarvan ik ook al jaren lid ben. Je vertelde dat je je in het Archief bezig houdt met genealogie. Is je stamboom nog steeds niet af? 'Integendeel, deze is allang klaar, ik ben op mijn achttiende al met genealogie begonnen. Natuurlijk was het geslacht Flikweert het eerst aan de beurt. De interesse zit in de familie, want mijn overgroot vader van vaderskant maakte omstreeks 1880 al een begin. Toen het klaar was, was ik compleet verslingerd geraakt aan stamboomonderzoek. En omdat er in het voorgeslacht uiteraard meer namen voorkomen, begon ik aan de overige voor ouderlijke families. De familiegeschiedenis speelt zich grotendeels af in Duiveland en toen deze op schrift stond, heb ik de resterende families - meest uit Ouwerkerk en Nieuwerkerk - ook maar uitgezocht. Het zijn er samen ongeveer tweehon derd. De onderlinge verwantschappen zijn groot. Verscheidene namen komen nu nog voor, maar andere zijn hier verdwenen, zoals Van Farowé, Ellewit, Van Agthoven, Hoy, Sneevliet en Fernabuk. Als je daarmee bezig bent, is het grappig om te zien hoe ze vroeger de namen verhaspelden. De laatstgenoemde naam is een mooi voorbeeld: Er werd wel "Fernabuk" geschreven, maar ook "Farnabuk", "Phernambucq" of "Phernabuck". Als mensen het zelf soms ook niet precies wisten of geen geschreven voorbeeld bij zich hadden, schreef de ambtenaar de naam op, zoals hij die hoorde. Het gebeurde wel dat de ambtenaar van de burgerlijke stand deze anders schreef dan de betrokkene die de akte ondertekende. Zo kan het gebeuren dat de zoon anders heette dan de vader. Ik heb de mappen met informatie geschonken aan het Gemeentearchief, het Zeeuws Archief en het Zeeuws Genealogisch Centrum. Daar kan iedereen kan ze raadplegen. Van de geslachten Flikweert en Hoogerland (familienaam van een van mijn overgrootmoeders) had ik zoveel informatie dat ik een boekje ervan kon maken. Van de familie Hoogerland kwamen bijna alle leden om tijdens de ramp in 1953. Met de publicatie heb ik een soort monument voor hen willen oprichten, om zó de herinnering aan hen levend te houden.' 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2006 | | pagina 15