"PRAET" EEN GESPREK MET MARIETJE DIJKSTRA-DE KONING, VRIJWILLIGSTER BIJ DE BRUINISSER MUSEA De Oudheidkamer in Bruinisse is bijna 25 jaar ge leden ontstaan op initiatief van een groepje inwoners van het dorp. Omdat Bruinisse op 5 januari 1945 zwaar werd getroffen door een bombardement, uitgevoerd door de geallieerden, zijn er nog wei nig historische panden aanwezig. Elonderdzestig huizen en drie kerken werden vernield. In de Oudestraat bleven slechts een paar huizen intact, waaronder nummer 27 dat in de tweede helft van de negentiende eeuw werd bewoond door burge meester Cornelis Marinus Voorbeytel en zijn gezin en later door de familie Zondervan. De Gemeente Bruinisse probeerde na de Tweede Wereldoorlog de landbouw en visserij weer op poten te zetten en zag ook brood in een nieuwe pijler: de recre atie. Daarbij hoort ook een voorziening voor slecht weer. Een oudheidkundig museum zou mooi zijn. Zes inwoners staken de hoofden bij elkaar en wis ten het pand Oudestraat 27 aan te kopen, op te knappen en in te richten. 'Museum' vond men een te weidse aanduiding van het mooi ingerichte pand. Onder het motto 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg', ging het 'Oudheidkamer' heten. Omdat het een gemeentelijk museum was, mocht de Bruinisser burgemeester G. Plokken het openen. Deze feestelijke gebeurtenis vond plaats tijdens de Mosselfeesten in 1973. Er werden veel oudheden tentoongesteld die vroeger in het dagelijkse leven werden gebruikt en veel op het gebied van de meekrapteelt. Maar er waren meer initiatieven. Bruënaar Plenk Kok bezat een verza meling oorlogsmateriaal. Hij had het in de jaren zestig tentoongesteld in een oud huisje aan de Molenstraat. Toen het pand moest plaatsmaken voor nieuwbouw, verdween zijn verzameling naar de zolder en de schuur. Later werd het Oorlogs museum ondergebracht in de voormalige kleuter school, onder hetzelfde dak als de bibliotheek. Intussen ontstonden er ook ideeën om een Visserij museum te stichten, want er veranderde veel in de visserij en de teelt van oesters was verdwenen uit Bruinisse. Het zou mooi zijn om oude werktuigen en visserijmethoden te laten zien aan de mens heid. En er was nog ruimte in het gebouw. In 1980 werden deze drie items ondergebracht in de 'Culturele Stichting Bruinisse'. Henk Kok haakte niet lang hierna af. De Oudheidkamer bevindt zich nog steeds in hetzelfde pand aan de Oudestraat. Ongeveer twintig jaar geleden werd het aangren zende bankgebouw aangekocht door de gemeente om het Visserijmuseum in onder te brengen. In 1997 verzelfstandigde men zich op verzoek van de gemeente. De benaming 'Culturele Stichting Bruinisse' werd veranderd in 'Stichting Musea Bruinisse'. Sinds begin 2006 presenteert men zich ook onder de naam 'Brusea', de naam die de web site al droeg, en goed in het gehoor ligt. Vrijwil ligers geven er rondleidingen en dragen zorg voor de collectie. De een doet het nog leuker dan de ander, maar allemaal zijn ze enthousiast over 'hun' museum en steken er veel tijd in. Het was niet een voudig om er een persoon 'uit te lichten', maar er moest gekozen worden. Het is geworden: Marietje Dijkstra-de Koning. Op bezoek in de Noordstraat Bij Marietje Dijkstra thuiskomen, is je verwonde ren over alles wat je ziet. Bij het binnenkomen, heb je al een kanon gezien, twee bolders (handig om de fiets tegenaan te zetten) en een drempel steen met de tekst: 'hieronder ligt een wonder'. Eenmaal binnen rijst onmiddellijk de vraag: Waarom werkt de bewoonster in een museum? Om de sfeer hoeft ze het niet te doen: haar huis is al 'museaal'. Oergezellig is de woning: alle planken, richeltjes, stukjes muur en zelfs het plafond staan of hangen vol met oude voorwerpen. Een grote collectie tulbandvormen, strijkijzers en koffiemolens in alle soorten en maten, tinnen voorwerpen en andere decoratieve dingen staan te kijk. Midden in de keuken vind de bezoeker het tijdelijk ge plaatste draaiorgeltje. Na de verbouwing krijgt dit een andere plaats. Het is duidelijk dat je je hier ook zonder gezelschap niet hoeft te vervelen, want er is genoeg te zien. Maar mijn gastvrouw zit tegenover me, en met Marietje zit je niet vlug zonder gespreksstof. In haar sappige Bruse dialect vertelt ze naar hartelust. 'Ik werd even na de oorlog geboren in een nood woning aan de Molenweg in Bruinisse, als dochter van een mosselschipper. Na de lagere school had 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2006 | | pagina 16