bron van inkomsten. In de verschillende eeuwen na de middeleeuwen, wisselde Doornik nogal eens van land waar het bijhoorde: van de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk maakte de stad wis selend deel uit. Uit de verschillende periodes zijn fraaie bouwkundige voorbeelden bewaard ge bleven. Helaas werd de stad door een Duits terreur- bombardement in 1940 zwaar getroffen, maar gelukkig is het meeste in oorspronkelijke stijl terug gebracht. Het Museum van de Tapijtkunst: in dit Museum in een voormalige classicistische patriciƫrswoning is een telkens wisselende tentoonstelling van wand tapijten te zien. De vaste collectie bestaat uit een tiental grote wandtapijten uit de vijftiende en zes tiende eeuw met prachtige verhalen erop. Er is een personenlift. Folkloremuseum: Dit museum is gevestigd in twee oude Spaanse huizen uit de zeventiende eeuw, omvat allerlei beroepen en ambachten, maar totaal anders dan het Landbouwmuseum in Dreischor: houthakkers, boekdrukkers, porselein- fabricage, een complete apotheek, carnaval enzo voorts. Er is ook een stuk wat vroeger behoorde tot het strenge Clarissenklooster en een vonde lingendraaideur. Het is een groot museum, waar van alles te zien is. Ook over de geschiedenis van de stad Doornik met allerlei maquettes, schilderijen en gravures, een zeer uitgebreid museum, met voor elk wat wils en om uren rond te dwalen, door gangen en kamertjes. Wel met diverse kleine trapjes, (er is geen lift) Zeer opvallend is de grote Onze Lieve Vrouwe kathedraal van Doornik: een zeer lang (48 m) Romaans schip met transept uit de twaalfde eeuw. Daarbij vijf romaaanse torens rondom de viering, van 83 meter hoog. In het interieur vallen de vier boven elkaar geplaatste bogen zeer op. Het goti sche koor uit de dertiende eeuw voor het kapittel met kanunniken is met 58 meter ook uitzonderlijk groot. Helaas staat het inwendige van de kathe draal momenteel in de steigers. Wel zijn de romaanse muurschilderingen in het transept te zien. De schatkamer en de kapittelzaal zijn geluk kig wel te bekijken en maken met hun schilderijen ondermeer van Rubens, wandtapijten en religieus zilversmeedwerk veel goed. Bij de stadswandeling komen we in ieder geval langs de Grote Markt met fraai gerestaureerde panden, de losstaande belfort uit de twaalfde eeuw en het stadhuis, dat in een voormalige Benedictijner abdij uit de elfde eeuw gevestigd is. De abdij werd in de volgende eeuwen telkens uit gebreid, maar in de tijd van de Franse Revolutie geconfisqueerd en omgevormd: Het rococopaleis van de abten is nu stadhuis! In Oudenaarde waren we in 1974, maar over Doornik kon ik in de archieven van de Vereniging Stad en Lande niets vinden. Terwijl het toch een zeer boeiende, oude stad is. Het gotische stadhuis van Oudenaarde (foto Commissie Excursie) drs. P. F. Vleugel 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2006 | | pagina 23