VAN DE REDACTIE
Nummer 116 bereikt u hopelijk in aangename
zomerse omstandigheden, ook omdat Schouwen-
Duiveland dan misschien wel op zijn best is.
Wat heeft de redactie van Stad en Lande u in het
zomernummer te bieden? Allereerst moet worden
genoemd de bijdrage ter nagedachtenis van de
onlangs overleden arts dr. C. M. van Hoorn te
Zierikzee, die in de kringen van liefhebbers van de
geschiedenis van het eiland bekend is door zijn
publicaties over medici en apothekers in de loop
van 500 jaar.
Dankzij de inzenders is er weer een divers aanbod.
De lezenswaardige bijdrage van de hand van Bep
van Duren-Wansink te Eindhoven bijvoorbeeld. Zij
maakte een verslag van het avontuurlijke onder
zoek naar de negentiende-eeuwse Zierikzeese
schildersbaas en kunstschilder Anthony Josephus
Wansink. Van het oeuvre van deze kunstenaar
resteren verschillende soorten werken: portretten,
interieurs, dieren en landschappen. De auteur
meent in Wansinks landschappen de invloed van
de eveneens Zeeuwse schilder Barend Cornelis
Koekkoek te bespeuren. Een van zijn tekeningen
toont vermoedelijk het interieur van het vijftiende-
eeuwse woonhuis De Haene of Tempeliershuis in
Zierikzee.
De andere ingezonden bijdrage gaat over een
gewaand bovennatuurlijk voorval in Dreischor in
het begin van de vorige eeuw. Rinus van Langeraad
te Hoofddorp is de schrijver hiervan. Van de
redactie is er een stukje over een nog bestaand
welkomstbord in Dreischor uit de jaren zeventig.
De plaatsing van de bijdrage Wansink leek een
goede aanleiding om het lofdicht over Cornelis Stolk
in het blad over te nemen uit een negentiende-
eeuwse dichtbundel. Stolk was in de eerste helft
van de negentiende eeuw de pastoor van de
parochie Sint Willibrordus, van wie nog verschillen
de stichtelijke publicaties bestaan. De ter sprake ge
komen Anthony J. Wansink schilderde het portret
van de geestelijke, dat zich nog altijd in de
Oosterscheldestad bevindt. Het gedicht is van de
hand van de geboren Zierikzeeënaar Joan Bohl,
^^NSEBIBU07>^\
x<C^J3EW. EXT/NJ
in de jaren dertig van de negentiende eeuw buur
jongen van de schilder. Bohl was een van de katho
lieke Nederlanders - er waren toen ook protestante
vertalers in ons land - die zich waagden aan de
vertaling van Dantes La Divina Commedia. Het lof
dicht over de Zierikzeese geestelijke is geschreven
in de bijzondere dichtvorm van dit oude meester
werk. Dit jaar verscheen het proefschrift van
Jacqueline Plitscher Le traduzioni dantesche in
olandese nell'ottocento over de Nederlandse ver
talingen van het werk. Deze publicatie bevat veel
informatie over Bohls werkzaamheden, maar zoals
aan de titel al valt te zien helaas in het Italiaans.
De tekst is integraal op het Internet raadpleegbaar.
Redactielid Betty Blikman-Ruiterkamp interviewde
voor de rubriek "Praet" Marietje Dijkstra-de Koning,
vrijwillig medewerkster van de Stichting Musea
Bruinisse, die al jaren veel genoegen vindt in haar
werk voor de fraaie Oudheidkamer in haar woon
plaats.
Peter Vleugel, lid van de Commissie Excursie, vraagt
met zijn bijdrage aandacht voor het plan voor
de Stad-en-Lande-excursie van dit jaar, naar het
Belgische Oudenaarde en Doornik. Hij heeft
samen met de andere leden van de Commissie het
culturele uitstapje voorbereid.
In "Uut de pepieren" iets over de Oosterlandse
barbier en de Arbeidswet 1889.
Tot besluit nog dit: Reagerend op de laatste "Uut
de pepieren", waarin de Koloniën van Weldadig
heid ter sprake komen, wil Hans van Duivendijk uit
Nijmegen graag in herinnering roepen dat oud
voorzitter en medeoprichter van de Vereniging
Jacobus Johannes Westendorp Boerma (1901-
1970), als promovendus grondig onderzoek heeft
gedaan naar generaal graaf van den Bosch, de
grote man achter de ideële organisaties in Drente
en Overijssel.
1