"GRAVEN IN HET VERLEDEN" studieterrein werd bovendien uitgebreid tot ge heel Schouwen-Duiveland. Daardoor heeft hij de gehele medische geschiedenis tot en met de twin tigste eeuw geboekstaafd, een prestatie van for maat. Publicaties verschenen onder meer in het historisch jaarboek van onze vereniging, de Kroniek van het land van de zeemeermin, en in het Mede delingenblad, de voorganger van deze periodiek. Het lidmaatschap van de Rotaryclub Zierikzee waardeerde hij zeer. Zijn mobiliteit ging echter langzaam achteruit. Een scootmobiel stelde hem nog lang in staat zijn bezoeken aan de studiezaal van het Gemeentearchief vol te houden, maar op de duur moest hij ook die opgeven. Toch bleef de medische geschiedenis hem boeien. Nog kort voor zijn overlijden deed hij een nieuwe poging een portret van Willem Lemnius, de geneesheer van de Zweedse koning, en zoon van Levinus, te achterhalen. Een poging die geen succes had. Met zijn Janny was hij verhuisd naar een apparte ment in de Vrijburcht aan het Jannewekken in Zierikzee, waar zij nog samen goede jaren door brachten. Na het overlijden van zijn geliefde Janny werd het stil. Er was ook berusting. Nu zijn einde naderde, zorgde hij ervoor dat zijn aantekeningen en correspondentie over de medische geschiedenis terecht kwam in het Gemeentearchief, met een deel van zijn boeken. De replica van het door Ad Braat gemaakte beeldje van Job Baster bestemde hij voor de vijver bij de Vrijburcht. Wie hem in die dagen opzocht, trof een glim lachend, tevreden mens aan, die met mildheid kon spreken. Op 15 juni 2006 werd hij begraven in Zierikzee, dat hem dierbaar was geworden. Huib Uil NASPEURINGEN NAAR LEVEN EN WERKVAN DE NEGENTIENDE-EEUWSE SCHILDER ANTHONY J. WANSINK TE ZIERIKZEE Twee crayontekeningen uit de nalatenschap van een oom uit Zierikzee die mij onbekend waren, vormden de aanleiding tot een speuractie die enige jaren heeft geduurd. De werken verkeerden in tamelijk goede staat, zaten zelfs nog in de ori ginele lijst. Maar toch wilde ik weten of ze een kleine restauratie waard zouden zijn.' Het opval lende aan de voorstellingen, twee interieurs, was dat het vermoedelijk om vertrekken in het voorou derlijk huis De Haene ging, het laatst bewoond door mijn grootouders van vaderszijde. De belang stelling groeide meer en meer. Artisticiteit in de familie Via een telefoontje naar de redactie van het tv- programma Tussen Kunst en Kitsch' kreeg ik het adres van een van hun medewerkers, kunsthistoricus gespecialiseerd in negentiende- en twintigste- eeuwse schilderkunst Frank Welkenhuysen. Tijdens het telefonisch contact met deze deskundige kwam meteen al de eerste verrassing: de vervaar diger, de Zierikzeese schilder Anthony Josephus Wansink, kwam voor in het Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950 van Pieter A. Scheen. Blijkens dit bekende naslagwerk had hij een Zierikzeese pastoor geportretteerd. Tijdens een bezoek met de tekeningen aan Welken huysen adviseerde deze de twee werken te laten restaureren. Hij zocht onmiddellijk contact met een collega, een restaurator van kunst op papier, werkzaam in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Tevens raadde de expert aan om in Den Haag een bezoekje te brengen aan de afdeling 'Negentiende- eeuwse Schilderkunst' van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD). Het bezoek aan het RKD leverde de tweede verras sing op: Anthony J. werd door medewerkster Op de Coul aangeduid als 'de landschapsschilder'. In de collecties van het RKD was een zwart-wit foto aanwezig van een Hollands landschap, ietwat Potters', met personen, koeien en water, gesig neerd "A. J. Wansink 1842". Deze foto kwam uit een catalogus van een kunstveiling in 1976, van 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2006 | | pagina 8