"UUT DE PEPIEREN"
EIGENTIJDSE BRONNEN OVER HET DAGELIJKS LEVEN OP OUD SCHOUWEN-DUIVELAND
Door de 'overwinning' op Jacoba van Beieren
behaald, was de grafelijkheid in Holland en
Zeeland in handen gekomen van haar neef, de
Bourgondische hertog Filips de Goede (1396-
1467). Dit betekende het definitieve einde van de
heerschappij van het Beierse Huis in die gewesten
De nieuwe landsheer vereerde Zeeland met een
bezoek - een zogenoemde Blijde Inkomste - ter
gelegenheid van de verwerving van de waardig
heid van graaf van de gewesten op 12 april 1433.
Van dit opmerkelijke feit getuigt onder meer een
uitgavenpost in een rekening van de rentmeester
van Zeeland Beoostenschelde. Deze grafelijke, in
Zierikzee residerende ambtenaar informeert ons in
desbetreffende uitgavenpost vluchtig met de
woorden "dair mijn lieve genadelijcken heer laest
in Holland en Zeelant varende was".
Volgens de Zeeuwse kroniekschrijver Van Boxhorn
ontvingen en erkenden de Zierikzeeënaars hun
nieuwe landsheer "met grooter triumph ende
eeren", dat zal in het voorjaar of de vroege zomer
van 1433 zijn geweest. De vorst had eerst de
hoofdstad aangedaan, waar hij zo'n zes weken in
de Abdij had gelogeerd. "Vandaer tooch hij
t'Zierinckzee ende soo voort in de ander steden
van Zeelandt Hij zal bij het bezoek aan
Zierikzee het stadhuis en het Gravensteen hebben
bezichtigd. Dat de post melding maakt van Filips'
toestemming voor verbetering van de beide
gebouwen moet hiermee in verband staan.
De vermoedelijk ongeveer 75 jaar vóór het bezoek
in gebruik genomen "raedcamer" stadhuis),
stond op de plaats van het tegenwoordige
gebouw aan de Meelstraat en was nog niet zo
groot als het nu is. Het gebouw bood voor de bij
eenkomsten van "de goede lieden van den
gerechte" kennelijk niet genoeg gemak; aanpas
sing was noodzakelijk. Over de aard van de verbe
teringen aan het gebouw geeft de rekening geen
informatie, maar wel wordt iets over de aanleiding
hiertoe gesuggereerd. Bij onstuimig weer moeten
de heren bestuurders last hebben gehad van de
neerslag en wind! Uit de uitgavenpost blijkt
namelijk dat zij dankzij de uitgevoerde werkzaam
heden nu wél op iedere plaats in het vergaderver-
trek kunnen gaan zitten: dat de goede liede
van den gerechte dairin hem nergens als 't regen
de en wayede onthoude".
Geraadpleegde bronnen
- Zeeuws Archief, Rekenkamer van Zeeland
Bourgondisch-Oostenrijks Tijdvak (1433-1584)
inv.nr. 836 (rekening 1434/1435) (fol. 52).
- D. P. Blok e.a. (red.), Algemene geschiedenis der
Nederlanden IV (Middeleeuwen) (pag. 187).
- Marcus Zuerius van Boxhorn, Croniick van
Zeelandt (Middelburg 1644) (pag. 203).
Fantasieportret van Filips de Goede in de
'Croniick van Zeelandt' (1644) (kopergravure;
foto Zeeuws Archief)
31