EEN VESTINGPLAN VAN ZIERIKZEE DOOR BERNARD DE GOMME (1620-1685) Van de stad Zierikzee bestaat een aantal vesting plannen en stadsplattegronden uit de zeventiende eeuw, waarvan de bekendste zijn die van Joan Blaeu van circa 1645 en die van Zacharias Roman van circa 1660. Hoewel de meeste plattegronden wel bekend zijn, wordt er soms nog wel eens een tje 'ontdekt', met name in buitenlandse collecties. Het uitgebreide onderzoek in opdracht van de Nederlandse Staat van H. Brugmans in Engelse archieven uit 1895, vermeldt alleen een platte grond van Zierikzee uit 1809 en de uitgebreide collectie 'Zelandia lllustrata' van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen kent geen plattegrond van Zierikzee uit de zeventiende eeuw van Bernard de Gomme.' Maar ook als je tegenwoordig op internet op zoek gaat naar plattegronden van Zierikzee in de groot ste Engelse collecties, namelijk die van The National Archives en de British Library, zul je via de zoekma chines een dergelijke plattegrond niet vinden. Toch Sir Bernard de Gomme (1620-1685) ingenieur-generaal onder de Engelse koning (olieverfportret; verblijfplaats onbekend) bevindt zich in de British Library een mooi vesting plan van Zierikzee van de hand van genoemde De Gomme in de 'Collection of drawn plans of forti fied places in The Netherlands'. Deze kaarten be vinden zich in een atlas van Hadrianus Beverlandus (1650-1716) uit 1695, waarin een kleine biografie van Bernard de Gomme is te vinden. Cartograaf Bernard de Gomme werd in 1620 in het fort Lillo bij Antwerpen geboren als oudste zoon van Pieter de Gomme. De Gomme bracht zijn eerste levens jaren door in het fort Liefkenshoek en woonde vanaf 1629 weer in het fort Lillo, waar zijn vader Pieter de Gomme vanaf 1631 als commies was belast met bevoorrading van en toezicht op leef tocht en munitie. Verder was De Gomme senior gedurende een jaar rechter in Lillo en belasting ontvanger. Ook had hij bemoeienis met de bouw van de kerk in het nabijgelegen fort Liefkenshoek. Wegens malversaties werd Pieter de Gomme in 1641 ontslagen. Zoals uit het navolgende mag blijken hebben vaders fouten geen nadelig effect gehad op het carrièreverloop van de genoemd zoon. Zoon Bernard diende in het tweede deel van de Tachtigjarige Oorlog onder prins Frederik Hendrik als militair ingenieur in het leger te velde. Op grond van zijn verdiensten werd hij door de Engelse koning Karei I geëngageerd in het Engelse leger en tot ridder geslagen. Onder de Engelse koning Karei II diende hij als ingenieur-generaal, kwartiermeester-generaal en als directeur van de topografische dienst die in de Londense Tower gevestigd was.2 Onduidelijk is waar hij zijn opleiding genoten heeft, maar de praktijk van de militaire ingenieurs- kunde speelde zich in Lillo voor zijn ogen af. Een eerste vermelding van hem is er uit 1634 toen zijn vader aan Gecommitteerde Raden van Zeeland verzocht om een plaats voor hem in het Staatse Leger onder de commandeur Broucqsault, die in 1624 getuige was bij de doop van zijn broer Cornelis in het fort Lillo. In 1636 woonde hij in 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2007 | | pagina 7