STRAFFEN IN HET BURGERWEESHUIS Dat een kind opvoeden niet eenvoudig is, zullen velen beamen. Dat heel veel kinderen tegelijk opvoeden nog moeilijker is, kan iedereen begrij pen. Zeker als het gaat om kinderen met verschil lende leeftijden en achtergronden. In een weeshuis bestaat zo'n situatie. Het Burgerweeshuis aan het Kerkhof zuidzijde te Zierikzee was vaak dichtbe volkt. Er schijnen jaren te zijn geweest dat er wel tachtig kinderen woonden. Meestal zullen het er minder zijn geweest, helaas zijn de juiste aantallen niet terug te vinden in de archieven. De meeste wezen waren braaf, handelbaar en blij dat ze een dak boven hun hoofd hadden. Enkelen hadden moeite om zich aan de regels te houden. De namen van deze wezen komen we het meest tegen in de archieven, omdat ze met regelmaat voor het weeshuisbestuur moesten verschijnen. Hoe kreeg men deze kinderen weer op het recht pad? Straf was in die tijd het machtsmiddel dat men veel gebruikte. Als niets meer hielp kwam ver wijdering ook wel voor. Men hoopte dat een harde hand en een strak regime elders een goede invloed zou hebben op de pupil. Daarom werd in 1863 Gerrit Cornelis Kingmans wegens wangedrag naar het opvoedingsgesticht 'De Nederlandse Mettray' in het Gelderse Eefde gestuurd. Opspelende hor monen genoeg met zoveel pubers in huis. Adriana Cornelia Besaans overtrad "de grenzen der zede lijkheid" en werd in 1876 overgeplaatst naar Leiderdorp in de inrichting 'De Goede Herder'. Jan Wetting moest in 1886 verhuizen naar Frederiksoord in Drente, waar hij in de in 1818 opgerichte 'Maatschappij van Weldadigheid' werd geplaatst. Marinus Neerhout misdroeg zich regel matig op vele fronten en werd naar 'Neerbosch' gestuurd. Ver van huis hoopte men hen op het goede pad te houden. De achterzijde van het Burgerweeshuis te Zierikzee, 1900-1910 (fotocollectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland) 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2008 | | pagina 27