werd destijds gebruikt voor het spoelen van dit laken. Later werd zij gebruikt als drinkplaats voor het vee. De hoeveelheid veen die door de Zierikzeeënaren aan de Ee werd verwerkt is onvoorstelbaar groot. Enig idee van deze hoeveel heid kan worden verkregen als men bedenkt hoe veel afval van de zoutketen onder en rond Zierikzee opgeslagen ligt. Zo is de huidige Algemene Begraafplaats aan de Stapelshofweg volledig ontstaan door het opeen storten van zogenaamd zelke, de afvalstof die na de verbran ding en het indampen overbleef. Daarnaast is het niet ondenkbaar dat de voormalige kreekruggen langs de Ee met de zelke werden verbreed en opgehoogd. Mogelijk verklaard dit ook de relatief hoge ligging van ondermeer de huidige woningen langs de Oude Haven en Dam. Door het afgraven van de turflagen kon de Noordzee meer en meer greep krijgen op de ver anderende kustlijn, met alle gevolgen van dien. Rampspoed Ze waren rijk en welvarend: de zoutzieders en kooplui van het kleine stadje aan de "Ee". Ze woonden in herenhuizen en bouwden de grootste kerk en daar hoorde ook een hoge toren bij. Aan deze welvaart kwam eind vijftiende eeuw plots een eind. Door een verwoestende brand gingen zeventig zoutketen in vlammen op. Niet alleen de keten verbrandden maar ook de handelsvoorraad zelzout. Een tweede ramp waarmee de inwoners van Zierikzee te maken kregen was een storm ramp. In één nacht werden driehonderd vrouwen weduwe. Het vergaan van de handels- en vissers vloot maakte een vrijwel eind aan de stedelijke handel. Alsof dit nog niet genoeg was brak ook nog de gevreesde pest uit. Hierbij verloren driedui zend mensen het leven, waardoor naar schatting de helft van de huizen onbewoond raakte. Aan de pest kwam een eind door een nieuwe overstro ming die de kreken, die als open riolen fungeer den, schoonspoelde. Al deze rampen versterkten elkaar. Het zou vele jaren duren voordat Zierikzee deze klap te boven zou komen. Tegenwoordig kunnen we uit de datering van verschillende huizen in het centrum van Zierikzee afleiden dat pas in de zeventiende eeuw sprake is van hernieuwde bouwactiviteiten. Deze activiteit bestaat uit het afbreken van koop manshuizen in het oude centrum, destijds gelegen rond de Sint Lievens Monsterkerk. Door het bou wen van stenen muren in de Ee en het opvullen van de ruimte tussen muur en talud was ruimte vrijgekomen om de bestaande bebouwing naar voren uit te breiden. Door rekening te houden met hoog water kwamen deze aanbouwen hoger te liggen dan de bestaande, zoals we heden nog kunnen waarnemen. We kunnen door dit alles niet anders dan constateren dat het oude Zierikzee en haar directe omgeving er enkele hon derden jaren geleden heel anders uit moeten heb ben gezien. Geraadpleegde literatuur H. Uil, Zierikzee, Monumentenstad aan de Schelde, Goes 1995, pag. 3 en 7. J. de Kanter Phil.z., Chronijk van Zierikzee, Zierikzee 1795. J. Reygersbergen, Chroniick van Zeelandt van Reygersbergh, eertijdts beschreven door d'Heer Johan Reygersbergen, nu verbetert, ende vermeerdert door Marcus Zuerius van Boxhorn, Middelburg 1644. P.H. Witkamp, De geschiedenis der zeventien NederlandenDe geschiedenis van Holland, Zeeland, Amstel, Vlaanderen en Artois tot 1543, dl. 1, Arnhem 1882. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2008 | | pagina 10