"ALS EEN KIND ZO BLIJ DAT WE IETS
TERUGVONDEN"
Marga Haas
VERHALEN OVER VOORWERPEN DIE DE WATERSNOODRAMP "OVERLEEFDEN"
November 2006. Mevrouw Oosse vraagt haar
dochter het zilver te poetsen. Zelf kan ze die klus
niet meer klaren, want mevrouw Oosse heeft al
een tijdje pijn in haar handen. Maar het bestek,
dat moet er goed uitzien. Want het is onderdeel
van haar uitzet en het is haar dierbaar. Als de
zesde vork weer glimt, vallen de handen van de
dochter ineens stil. "Ma", zegt ze, "hoe kan het
nou datje dit bestek nog hebt!?" Moeder draait
haar hoofd en kijkt haar dochter vragend aan.
"Hoe bedoel je?" "Nou, toen jullie net getrouwd
waren kwam De Ramp en jullie huis heeft het
toen toch begeven. Hoe kan het dan dat je dit
bestek nog hebt?" Moeders gezicht betrekt. En ze
vertelt haar verhaal over de Watersnoodramp van
1953. De ramp, die altijd een rol gespeeld heeft in
het gezin, maar waarover nooit echt gesproken
werd. Nu verneemt de dochter hoe het kan dat
het zilveren bestek er nog is. Haar vader en moe
der zijn, voordat hun huis definitief instortte, nog
een keer terug geweest met een bootje. Ze kon
den op zolder komen en de dingen die ze in de
nacht van de ramp in allerijl naar boven gebracht
hadden, meenemen. En één van de geredde voor
werpen was het tafelzilver.
Fotoreportage
Nu wil het geval dat de dochter, Corien de Witte-
Oosse, juist van de docente van haar fotografie
cursus opdracht had gekregen om na te denken
waarover ze een fotoreportage zou willen maken.
"Dit is een mooi onderwerp", vertelde ze op de
volgende bijeenkomst van de cursus aan de
groep. "Mensen die de Watersnoodramp hebben
meegemaakt op de foto zetten met een voorwerp
dat ze nog hebben van vóór het water, dat ze op
de één of andere manier hebben weten te redden.
Want mijn ouders hebben al dit verhaal van hun
tafelzilver. Zo zullen er toch wel meer mensen te
vinden zijn!?" Ik nam deel aan dezelfde fotocur
sus en bij mij ging een lichtje branden. Dit was een
mooi idee! Veel te mooi om het "alleen maar" bij
foto's te laten. "Weet je wat", riep ik spontaan,
"Ik ga met je mee naar die mensen en dan schrijf
ik hun verhaal op. Zonde om ze alleen te fotogra
feren. Hun verhaal is vast ook de moeite waard."
En zo geschiedde. Na diverse oproepen via radio
en huis-aan-huisbladen bleken er 25 mensen
bereid hun verhaal te vertellen en hun geredde
voorwerp te laten zien. En de verhalen overtroffen
onze verwachtingen. Elke keer als we weer in de
auto zaten, van een interview terug naar huis, ver
zuchtten we tegen elkaar: "Wat een verhaal
weer! Wat een cadeau!" De openheid en de
bereidheid van de mensen om te vertellen over
zo'n ingrijpend deel van hun leven, trof ons tel
kens weer en stemde ons dankbaar. We werden
er vaak stil van.
Rampnacht
We verzamelden zo 25 verhalen van mensen die
de ramp meemaakten. Van de geïnterviewden
woonden er 12 destijds op Schouwen-Duiveland.
We vroegen hen naar hun ervaring van de ramp
nacht en de dagen erna, praatten over hoe het
water hun leven had beïnvloed en welke rol het
nu soms nog speelt. En we vroegen uiteraard naar
het voorwerp dat aanleiding was om met ons over
de ramp te praten. Er werd gehuild, gezucht,
gegniffeld en gelachen, getrild, gesnoven en
gebeefd. Soms spraken mensen luid, alsof ze
boven het geluid van het aanstormende water uit
moesten komen, soms fluisterden ze uit ontzag.
Soms overspoelde men ons met woorden, soms
waren de mensen een tijdlang stil. Maar wat vrij
wel iedereen vertelde, was dat de ramp een grens
was in hun leven. Een moment, dat niet weg te
denken is uit de levensgeschiedenis en dat voor
velen bepalend is geweest. Er is in het gezin van
herkomst vaak sprake van vóór en na de ramp.
Eén van de geïnterviewden vertelde over haar
geredde voorwerp: "Deze rijksdaalders en schalen
verbinden me met het leven van vóór het water.
Een licht en kleurrijk leven. Daarna was het alsof
ik in een zwart-witfoto terechtgekomen was."
Meesmokkelen
We kregen zeer uiteenlopende verhalen te horen
Een vrouw, die destijds tien jaar oud was, vertelt
hoe ze haar bijbeltje meesmokkelde op de vlucht.
11