"PRAET..."
Betty Blikman-Ruiterkamp
EEN INTERVIEW MET JOOP VAN ZIJP, OUD INWONER VAN KERKWERVE EN AUTEUR
Van 1995, tot het moment waarop de PZC op
tabloidformaat verscheen (1 februari 2007), was
Joop van Zijp een van de dialectschrijvers in het
katern "Buitengebied". Op acht maart 2008 ver
schenen zijn verhalen in boekvorm onder de titel:
Joop van Zijp vertelt, deel 1. De Zeeuwse
Dialectvereniging was de drijvende kracht achter
de uitgave. Van Zijp schrijft verhalen in het dialect
van Kerkwerve; hij is de enige die dit doet. De
bundel is aardig uitgevoerd en voorzien van foto's.
Ze ademt nostalgie en gemoedelijkheid, niet in
het minst door het plaatje op de voorpagina. Rijst
de vraag: wie is toch Joop van Zijp?
Joop van Zijp werd op negen maart 1923 geboren
te Den Haag. Zijn vader, Hendrik Anthonius van
Zijp, was typograaf. Moeder Cornelia Pieternella
Bijlo werd geboren in Dreischor en was voor haar
huwelijk verpleegster. Als leerling liep ze stage in
Katwijk en Gouda. De eerste ontmoeting met Van
Zijp vond plaats in de trein. Het klikte. Na hun
huwelijk in 1917 woonden ze in Den Haag. Ze
kregen vier kinderen: Adriaan, Petrus, Johan Jacob
en Cornelia Pieternella. Het leven verliep vrij nor
maal voor het gezin, tot het moment dat vader
een zware longontsteking kreeg en op 31 januari
1929 overleed. Plotsklaps veranderde alles.
Moeder moest gaan bijverdienen, anders redden
ze het niet. Zij wilde graag verhuizen naar
Schouwen-Duiveland, waar familieleden woon
den. Al snel verwierf ze een aanstelling als wijk
verpleegster in Kerkwerve. De afdeling van het
Groene Kruis daar zat te springen om zo iemand.
In het voorjaar van 1929 verhuisden ze naar het
dorp, waar ze een klein huisje aan de Ring betrok
ken. Aan de voorkant keek het uit op de kerk en
achter op een weitje. Daar liep een paard met een
veulen, waren de sloten vol met visjes en kon je
heerlijk spelen.
"Ik heb fijne herinneringen aan die tijd. Je kon er na
schooltijd zoveel fijner spelen als in de stad. Ik heb
wat op de buik aan de slootkant gelegen of zitten
vissen. Broer Peter vertelde me 's avonds vaak ver
halen voor het slapen gaan. Zo nu en dan vroeg hij:
"slaap je al"? Ook al sliep ik bijna, zei ik natuurlijk
"nee, ga maar door." Net zo lang tot ik het echt
niet meer hoorde! Peter is dan ook schoolmeester
geworden. Dan is het belangrijk om mooi te kun
nen vertellen. Na de lagere school ging ik naar de
Mulo in de Nieuwe Bogerdstraat te Zierikzee. Met
dit diploma op zak ging eerst als knecht werken en
bij een bakker. Maar ja, toen kwam de
Arbeitseinsatz in 1943, waardoor ik naar Duitsland
moest om te werken. Tot 1945 werkte ik ook daar
bij een bakker en op een goederenstation. Met een
groepje van 10 mensen zijn we na afloop van de
oorlog naar huis gelopen. Na twee dagen ontmoet
ten we Amerikanen met een vrachtauto. Daar zaten
Duitsers in. Die werden er uitgezet en wij mochten
mee. Ik mocht zelfs rijden!"
Een nieuw begin stond voor de deur, de toekomst
lachtte hem toe. Helaas kreeg Joop eerst nog een
grote teleurstelling te verwerken. Hij werd in het
ziekenhuis opgenomen met polio. Na herstel
bleek hij nog maar een paar stappen te kunnen
lopen. Wat nu? Gelukkig was er een arbeidsbu
reau dat voor "bijzondere gevallen" bemiddelde.
Deze plaatste hem bij Centraal Beheer te
Amsterdam. Daar begon hij helemaal onderaan:
kaartjes op alfabet zetten. Maar dat was niet voor
lang. Zijn benen mochten dan wel niet in orde
zijn, de bovenkamer deed het prima. Joop klom
op tot behandelend beambte, groepsleider over
vijf of zes mensen. Toen hij gepensioneerd werd,
was hij al jaren zaalchef en gaf leiding aan 40
administratieve beambten. Op dat moment was
hij 62 jaar, wat betekent dat hij nu al 23 jaar van
zijn oude dag geniet. Want genieten, dat doet hij!
"Al lange tijd wilde ik leren schrijven. Daarom
volgde ik een L.O.I. cursus journalistiek en creatief
schrijven. Deze liep goed af en ik ontdekte dat in
dialect schrijven iets extra's gaf aan de herinnerin
gen aan de fijne jaren in Kerkwerve. En daar wilde
ik het graag over hebben. Ergens in 1995 schreef
ik: Pronken met andermans veren [het staat ook in
de bundel, red.]. Het gaat over een jongen die
met ware heldenmoed een span op hol geslagen
16