Franse infanteristen.
Staalgravure, c. 1830, (lil. uit: The Complete Encyclopedia of Illustration, London, 1979 (1851).
haar hals om het leven gebracht. Jacob van der
Werve werd, samen met zijn oudste dochter, in
een klein hokje achter het huis gevonden. Jacob's
handen waren achter zijn rug gebonden. Zowel
vader als dochter waren door diepe wonden in de
hals om het leven gebracht. Het jongste dochter
tje, op dat moment slechts zes jaar oud, werd in
een ander kamertje dichtbij de bedstee gevonden.
Het kind had eveneens een diepe snede in de hals,
doorlopend tot in haar onderkin. Voor alle gezins
leden gold volgens het genoemde schouwrapport
dat dodelijke wonden werden toegebracht, die
"spieren, watervaten, ader, slagader, slokdarmen
en luchtpijp doorsneden tot op de wervelbeende
ren." In het kamertje waarin de jongste dochter
werd aangetroffen, stuitte de onderzoekscommis
sie op een belangrijk spoor. Op een kist vonden zij
een bebloed mes. Het mes bleek te passen in een
schede in de broekzak van Johannes. Samen met
de verwondingen die Johannes lichaam vertoon
de, werd hieruit geconcludeerd dat hij zich tegen
één of meerdere daders had verdedigd en iemand
had verwond.
Na dit onderzoek werd opnieuw een Franse wacht
geplaatst en ontving de timmerman opdracht om
voor 5:6:- Vlaams vijf doodskisten te maken. De
begrafenis vond kort hierna plaats.
Onaangenaamheden
Tijdens het vervolgonderzoek richtte commissaris
Bolle zich op de in Renesse aanwezige Franse mili
tairen. Zo kreeg de Franse commandant opdracht
om de kazerne in Renesse te laten doorzoeken
naar vermist goud en zilver. De commandant meld
de echter geen bijzonderheden te rapporteren te
hebben. Ook vond een onderzoek plaats, waarbij
buren en kennissen werden ondervraagd. De was
vrouw van de Franse kazerne, Janna Kille uit
Noordwelle, wist te vertellen dat zij tijdens het was
sen een hemd had aangetroffen waarvan de hals
bebloed was. De aflegster van het stoffelijk over
schot van Jacob van der Werve trof, nadat zij de
halsdoek waarmee diens handen waren gekneveld
had losgemaakt, een afgebroken "staartlind" aan.
En een Cornelia Fonse uit Renesse rapporteerde
dat Franse militairen uit Renesse van tijd tot tijd
met flessen wijn en jenever naar het hoefje van
Jacob van der Werve waren gegaan. Verder ver
klaarde zij dat Toontje van de Werve-Braber wel
eens haar beklag bij haar deed. Ze zou veel onaan
genaamheden van Franse militairen ondervinden.
Ook zoon Johannes Braber was al eens naar de
schuur van Jan Gast moeten vluchten.
Interessant was de mededeling dat, op dezelfde
dag van de moord te Renesse, was gezien hoe een
Franse militair zwaar gewond was afgevoerd. Hij
werd gedragen op een soort brancard van stokken,
met het gezicht naar beneden. Het bleek dat deze
militair in het gevang te Renesse had gezeten en
dat zijn verwondingen dermate ernstig van aard
waren, dat hij twee dagen later overleed. Later
bleek dat deze soldaat clandestien uit zijn cel was
gehaald en begraven. Het stadsbestuur van
Zierikzee kwam met commissaris Bolle tot de con
clusie dat er nu afdoend bewijs op tafel lag. De
Franse commandant-chef zou opnieuw met de vol-
5