ledige rapportages worden geconfronteerd. Men
verzocht hem dringend een behoorlijk onderzoek
onder zijn manschappen in te stellen. Natuurlijk
waren de onderzoekers afhankelijk van de mede
werking van de Franse militairen. Waarschijnlijk is
de uiteindelijke bekentenis onder Franse regie tot
stand gekomen en door hen rechtstreeks gerap
porteerd aan de Middelburgse krijgsraad.
Krijgsraad
Al snel werden een aantal verdachten gevonden:
omdat allen Franse militairen waren werd de zaak
door de Eerste Permanente Krijgsraad der Derde
Divisie in de Bataafsche Republiek te Middelburg
behandelt. De leden van de krijgsraad baseerden
zich bij hun vonnis op artikel vier, lid vijf van de
Krijgswet: "Alle militairen, of andere individues
aan de armée gedetacheerd zijnde, overtuigd,
naar het leven van een inwooner, dezer vrouw, of
kinders ongewapend zijnde, in welk land of plaats
het ook zijn mogt, gestaan te hebben, zal met den
dood gestraft worden". En volgens op artikel
negentien: "Alle de medepligtige aan de misdaad
zullen ondergaan dezelve straf, welke de geen zal
moeten ondergaan, die de misdaad zelfs gegaan
heeft". Veroordeeld werden vier Franse fuseliers
waarvan Dominque Fayen en Didier Flamand
schuldig werden bevonden. Voorts werden de uit
Rouaan afkomstige Anthoine Gervais en Jacques
Alexander Delpire medeplichtig bevonden. Op 15
juni 1800 werd door de Raad van Revisie het von
nis bekrachtigd, waarna de terechtstelling werd
voltrokken".
Administratieve afwikkeling
Na de begrafenis van het gezin Van der Werve
werd op 20 maart de Weeskamer van Renesse
ingeschakeld om de financiële zaken af te hande
len. 12 De nalatenschap van Jacob van der Werve
werd op 1 april 1800 verkocht. Via advertenties in
de Zierikzeesche Courant en de Haarlemsche
Courant werd geprobeerd erfgenamen en credi
teuren op te roepen. Op geen van de advertenties
volgde reactie. Dit gegeven laat zich wellicht ver
klaren uit het feit dat erfgenamen zouden
opdraaien voor alle tijdens het proces gemaakte
kosten. In de officiële stukken noemt men dit
"Het Eeuwig Stilzwijgen". In haar rekening van 8
februari 1803 kwamen de weesmeesters Renesse
echter tot de conclusie dat de baten de lasten
overtroffen. De koopdag bracht het mooie bedrag
van 80.17.1 Vlaams op. De rekening werd hier
door gesloten met een "goed slot" van 13.17.7
Vlaams, hetgeen ten bate van de Staatskas kwam.
Geraadpleegde bronnen:
Brief van secretaris Hubrecht van der Mee aan de Provincie Zeeland, 1 april 1799.
2 Jacob van der Werve, gedoopt te Nieuwe Tonge 16 december 1757, zoon van Frans van der Werf en Lena Cornelia
Nieuwenhove. Archief Middelharnis, Doop- en trouwboek Nieuwe Tonge, 1734-1812.
3 Thona (Toontje) Braber, gedoopt te Haamstede 15 juli 1753, dochter van Pieter Pietersz. Braber en Tannetje
Maartense Dags. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Doopboek Haamstede, 1765-1810.
Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Geboorteboek Brouwershaven, 1795-1810.
5 Gemeentearchief Middelharnis, Trouwboek Sommelsdijk, 1777-1805.
8 Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Doopboek Haamstede, 1765-1810.
7 Ibidem.
8 Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden, 7 december 1797, inv.nr. 1175 en
1236, inzake de stranding van de Noord Amerikaanse 'Fame'.
9 Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden, inv.nr. 3962, Correspondentieboek
van de Stad Zierikzee over 1800.
10 Ibidem.
Zeeuws Archief inv.nr. 4, no. 506a.
12 Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden, inv.nr. 5079.
6