Landhuis van lustplaats Heerenhof in Oosterland tijdens de inhuldiging van Caret baron Schimmelpenninck van der Oije als ambachtsheer op 24 juli 1927 (foto Gemeente archief Schouwen-Duiveland) dochters van Loncque, vererfden de heerlijkheden Oosterland, Sirjansland en Oosterstein op de Zierikzeese familie Steengracht. Door de echtverbintenis van jonkvrouwe Cornelia Maria Steengracht met Willem Assueer Jacob baron Schimmelpenninck van der Oije in 1855, vererfden deze Duivelandse bezittingen weer op de nakomelingen Schimmelpenninck van der Oije. Zoon dr. Alexander Willem baron Schimmel penninck van der Oije, heer van Santhorst, Oosterland, Sirjansland en Oosterstein, huwde in 1888 met Cornelia Elisabeth barones van Heemstra.4 Uit dit huwelijk kwam een drietal kin deren voort. De oudste zoon, Willem Anne Assuerus Jacob, heer van onder meer Duivenvoorde en Voorschoten, bracht het tot jagermeester en kamerheer van koningin Wilhelmina. Hij woonde op het landgoed Duivenvoorde in Voorschoten, samen met zuster Ludolphine Henriette. Uit de echtverbintenis was nog een andere zoon - Gijsbert Frans genaamd - ter wereld gekomen, die echter al op driejarige leeftijd was gestorven. Na de dood van zijn vrouw hertrouwde Alexander Willem in 1905 de Franse, niet-adellijke, gouver nante van zijn kinderen, Jeanne Frangoise Chassagnard. Dit was zeker in dat tijdvak, en in de kringen waarin de familie Schimmelpenninck van der Oije destijds verkeerde, een opmerkelijke keuze. Uit dit tweede huwelijk werden vier kinde ren geboren. De oudste zoon was genoemde Carel baron Schimmelpenninck van der Oije. De andere - eveneens getitelde - kinderen waren Hendrik Nicolaas, de latere jurist en burgemeester van Kloetinge, Emilie Marie en Alexander. Het Voorschotense landgoed bleef ook na het overlijden van Willem en Ludolphine Henriette de centrale plaats voor de Schimmelpennincks. Zij troffen daar vanaf het begin van de jaren tachtig ook de thans in Middelburg woonachtige Theo Laurentius, met zijn echtgenote en zonen. Deze bekende papier- en Rembrandtdeskundige - die al sinds de jaren vijftig met hen op goede voet stond - bewoonde de orangerie van Duivenvoorde. Oosterlandse vogelaar Al op jonge leeftijd gaf Carel Schimmelpenninck blijk van een grote belangstelling voor vogels. "Zijn moeder vertelde mij meermalen dat Carel als heel klein kind naar trekkende zwaluwen wees en daarbij "Waluwen, waluwen!" uitriep, aldus vriend Van de Wall. Zijn buitengewone belangstel ling voor vogels manifesteerde zich in bijvoorbeeld de beoefening van de valkerij; met een voorliefde voor het temmen en africhten van de slechtvalk.5 De verzochte aanpassing van zijn voornamen in de jaren twintig kan aangeven hoe diep de inte resse voor de valkerij wel zat. In dat jaar werd op zijn verzoek een voornaam met de beginletter 'a' toegevoegd en met de bestaande voornamen geschoven, waardoor de volgorde van de voorlet ters 'F.A.L.C.' werd.6 Zijn fascinatie voor vogels is na zijn ontmoeting met Sir Peter Markham Scott, ornitholoog en zoon van de beroemde poolreiziger, zeker aange wakkerd.7 Deze fascinatie leidde tot een onbe twistbare kennis over alles met vleugels. Van de Wall: "Op een dag reed ik op de fiets door de wei- Grondgebied van het Heerenhof omstreeks 1930 (prentbriefkaart Gemeentearchief Schouwen-Duiveland) 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2008 | | pagina 23