Vogelreservaat De Maire in Oosterland gezien vanaf de zeedijk in de jaren tachtig van de twintigste
eeuw (foto Teun Rosmolen te Zierikzee)
landen naar Leidschendam en zag een vogel die ik
niet kende, nam hem goed in mij op, en was
zodoende in staat hem nog dezelfde dag in hou
ding en kleuren na te tekenen. Carel herkende de
vogel direct, en bleek het bij het juiste eind te heb
ben: een Siberische vorkstaartplevier!
Zijn laaggelegen grond aan de Mairevliet, het eer
dergenoemde kreekrestant dat toen al de naam
Geule droeg, was een gemengd zoet en zilt
gebied, Den Aanwas genaamd. Den Aanwas gold
als een broedplaats van belang voor kluut, grutto
en tureluur. Ornitholoog pur sang Schimmel-
penninck deed onderzoek in het veld, en trof hier
tevens de broedende steltkluut en zwartkopmee
uw aan. In de jaren veertig wist hij de vogelpopu
latie met speciaal uit Roemenië overgebrachte
exemplaren van de kwak uit te breiden, een in
Nederland zeldzame reigersoort.
Tijdens de inundatie van Schouwen-Duiveland
aan het eind van de Tweede Wereldoorlog had het
gebied veel te lijden. Meer onheil moest koste wat
kost buiten worden gehouden. Liever nog dan
voor herbouw van zijn verwoeste voorouderlijke
villa in Oosterland gebruikte Carel Schimmel-
penninck daarom de toegekende herbouwver-
goedlng voor het huis voor een nog hoger doel:
de vogelbescherming in het Mairegebied. Zijn
dierbare landhuis van het Heerenhof zou een
ruïne achter een rietkraag blijven. Hij liet om het
gebied een hoge ringdijk maken - die in 1951
werd voltooid - en het waterpeil kunstmatig hoog
houden. Hij offerde hierbij pachtgrond op en dus
een deel van zijn jaarlijse inkomsten. De opgewor
pen aarden wal èn de brede omwatering moesten
beschermen tegen het natuurgeweld, maar zeker
ook tegen de mens Niemand mocht zonder zijn
toestemming het gebied betreden en aldus de
rust verstoren, zelfs niet voor onderzoek naar de
vogelstand.
Toen de ringdijk klaar was, zorgde het zaad van
het welig tierende onkruid voor overlast op het
omliggende boerenland. Maar het welzijn van de
vogels genoot de voorkeur, niet dat van de mens.
Aanleiding voor de Stichting voor de Landbouw,
een landelijke organisatie ter behartiging van de
belangen in de landbouwsector, om contact met
de eigenaar op te nemen. Deze zou door zijn hou
ding het enthousiasme voor de natuurbescher
ming onder de plaatselijke bevolking nu niet
bepaald bevorderen.8
Wassenaarder Schimmelpenninck voelde zich
geroepen om het gebied opnieuw in te richten.
De ruil van zijn in 1953 verwoeste eendenkooi in
Ellemeet, tegen aan Den Aanwas grenzende lan
derijen - tijdens de herverkaveling op Schouwen-
Duiveland - zal een van de redenen zijn geweest
om kritisch naar de bestaande inrichting te kijken.
Gewenste veranderingen verliepen soms op won
derlijke wijze, want projecten konden even spoe
dig begonnen als beëindigd worden.
Het veranderde Mairegebied in Oosterland, met
meer open zanderige percelen, trok een 'nieuw
komer' als de strandplevier. Zich uitbreidende riet-
22