C. van der Sluijs te Brouwershaven (tot ca. 1943) Cornelis van der Sluijs (1861-1941) was een beurt schipper die met een geheel roodgeverfde tjalk op Rotterdam voer. Daarom werd hij 'de rooie beurtman' genoemd. In 1912 liet hij bij Boot te Alphen aan den Rijn de 70-tons motorboot Vier Gebroeders bouwen. Vanaf 1929 staan ais eigena ren de zoons Willem (1898-1970) en Jan (1901- 1972) vermeld. Beiden waren gehuwd, maar had den geen zoons om de beurtvaart op enig moment over te nemen. Na de oorlog bleef alleen Jan nog varen, maar nu in een soort vaste- of loondienst voor de schroothandeiaren De Winter te 's Hertogenbosch en later voor Polak te Middelburg. Met oud-ijzer en schroot voer hij naar de Hoogovens. In 1959 werd de Vier Gebroeders verkocht aan D.H. Huizing te Winschoten. Volgens het Kadaster staat het nog steeds als Zwaluw op naam van Huizing, maar ik betwijfel of het schip er daadwerkelijk nog is. Haven Ie Brouwershaven Brouwershaven ca. 1905. Het tjaikje in het midden op de voorgrond is het geheel rood geschilderde beurtscheepje van Cornelis van der Sluijs, de Rooie beurtman. Foto: coll. mevr. J.C. Haze-Van der Sluijs te Scharendijke. Gebroeders De Rijke te zonnemaire (tot ca. 1953) Hendrik de Rijke (1861-1910) was beurtschipper op Rotterdam. Zijn broer Steven had een beurt- dienst vanuit Sirjansland met de tjalk Francina. Deze beurtdienst werd in 1911 overgenomen door Coenraad van den Berge. De Rijke's huwelijk met Janna der Weduwen bracht drie zoons en drie dochters voort. Jacob en Leendert traden in hun vaders voetsporen en werden ook beurtschipper. Op 11 augustus 1900 kwam de nieuwe motorboot Grevelingen in de vaart. Dit schip was een soort standaardtype motorbeurtschip van 52 ton ont worpen en gebouwd door Boot te Alphen aan den Rijn. Zoals eerder vermeld was De Rijke de eerste beurtschipper in Zeeland die zich een motorboot aanschafte. In 1922 ging het naar J.W. van Beveren en kwam er voor De Rijke een nieuwe grotere motorboot. Deze Grevelingen II was 93 ton en kwam ook van de werf Boot te Alphen aan den Rijn. Eind 1953 werd het verkocht naar N. Koppelaar te Giessendam. Na nog een viertal eigenaren verdween het in 1972, waarschijnlijk vanwege sanering (bedrijfsbeëindiging) uit het Scheepsregister van het Kadaster. Zonnemaire, jaartal onbekend. Het nieuwe motor beurtschip Grevelingen II van de Gebr. De Rijke. Hun eerste Grevelingen, bouwjaar 1900 ging in 1922 naar J.W. van Beveren. Foto: coll. C.P. Beije te Burgh-Haamstede. A.H. Barendregt te Dreischor (tot ca. 1954) De bakermat van het beurtschippersgeslacht Barendregt ligt in 's Gravendeel. Pieter Barendregt (1804-1892) was daar al beurtschipper en volgens overlevering kregen zijn vier zonen elk van hun vader een schip om beurtdiensten te beginnen. Zo kwam Hendrik (1832-1902) naar Dreischor en nam daar in 1861 de beurtdienst van ene S. Voorbeytel over. Hendrik trouwde met Lijntje Aardoom; uit dit huwelijk werden elf kinderen geboren, waarvan er acht in leven bleven. De zoons Pieter (1859-1923) en Hendrik (1877-1952) zetten vanuit Dreischor de beurtdienst voort. Zoon Teunis (1861-1934) begon vanuit Steven- sluis. Pieter en Hendrik voeren aanvankelijk met de zeilklipper Lijntje en schaften zich omstreeks 1915 de motorboot Dijkwater aan. Over de her komst en het uiteindelijke lot van deze twee sche pen is niets bekend. Wel is bekend dat er in 1926 een nieuwe motorboot kwam. Deze Dijkwater, Paans, Roodevaart/100 ton/40 pk Brons heeft tot 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2009 | | pagina 10