m.s. "Schouwen", 1952, origineel i.b.v. dhr. Van der Doe.
Maar als je nu niet naar Antwerpen moest, maar
naar Zierikzee of Burghsluis, dan moest je bij de
Hoek van Ouwerkerk uit 't konvooi en moest je de
rest alleen afleggen.
in zo'n konvooi was je toch redelijk veilig, want
die Engelsen hadden daar niet zo van terug. Die
Engelsen waren ook maar mensen en die bescho
ten liever een alleen varend schip dan dat ze zo'n
vuurspuwende berg aanvielen.
Schepen die het konvooi niet bij konden houden,
of waarvan de motor uitviel, die konden het wel
eens slecht krijgen, in 1943, in de tijd dat ze ook
de spoorboot de grond in schoten, had je als
alleen varend schip eigenlijk geen kans. Ik denk
dat je 80% kans had dat je 't niet overleefde.
Die Engelse vliegtuigen van Coastal Command
vlogen altijd met z'n zessen, en in mijn herinne
ring vlogen ze twee meter boven het wateropper
vlak: dat zal wel niet helemaal kloppen, maar ze
wipten iets omhoog om over de zeedijk te komen.
En ze waren bij je voordat je 't wist. Dat ging
razend snel, je zat zó in een oorverdovend lawaai
van machinegeweren en ontploffende bommen.
We hebben één keer een aanval meegemaakt en
dan is het net alsof de hel losbarst.
Als er zo'n bom in het water ontploft is de schok
golf enorm, water is niet samendrukbaar en ook
als een bom op 100 meter afstand van je in het
water ontploft lijkt het alsof je een voltreffer krijgt.
Omdat ze zo laag vliegen ketsen de kogels op
't water en gaan verder naar 't schip.
Ik heb een stukje videoband van Das Boot, dat ken
je wel, die film over een Duitse onderzeeboot. Je
weet dat dat schip gebombardeerd wordt in het
dok: de hel breekt los met een gigantisch geweld.
Wat me op dat stukje filmband opvalt is de abso
luut doodse stilte een paar seconden na de aan
val, dat hebben ze perfect verfilmd. Je ziet een
gigantische ravage maar je hoort niets, je hoort
nog geen mensen krijsen, niets. En dat is ook zo
na zo'n aanval.... doodse stilte.
Maar voer je in 'n konvooi dan moest je je hier op
de Oude Haven, in dat huis van Heringa melden.
Daar zat de havencommandant. Als je de haven
uit moest lieten ze de ketting zakken die ze bij de
ponton gespannen hadden. Die liep van waar nu
de loopbrug naar de dijk is naar de overkant. Daar
stond een betonnen blok, met daarop een lier
waarmee ze de kabel konden straktrekken. Als je
aankwam lieten ze de kabel zakken.
De Koophandel wilde wat vroeger weg en die
heeft die draad eens een keer kapot gevaren.
Maar toen dachten ze als hij dat kan, kunnen
de Engelsen dat ook en toen hebben ze een
drijvende ketting bij het havenhoofd gelegd. Een
boeienlijn.
11