8 (1983), p. 125, aant. 1 en 127, aant. 32, waar ik
heb duidelijk gemaakt, dat dit in het dialect op
Schouwen-Duiveland de originele uitspraak is.
Weliswaar is die nu meer en meer door de ver
vangen, maar voor het verhaal van Padmos, dat in
de 19de eeuw speelt, is ze zeker nog illustratief.
Belangrijk is ook, dat Padmos oude woorden uit
onze streektaal zoals kuirstok "wandelstok", tin-
teltonne "tondeldoos" (in WZD 980b ook voor
Dreischor vermeld) en achtermiddag "namiddag",
dat aid. op p. 5a in de groet: goeien achtermid
dag ook nog opgetekend is voor Bruinisse (maar
met de aantekening: "raakt in onbruik"), aan de
vergetelheid heeft ontrukt. En met de uitdrukking
nèt nie "zeker niet" heeft hij moeder Lena wel
zeer levensecht haar dialect laten spreken.
Tenslotte is het van groot belang dat Padmos de
door de twee "Reissenaers" tijdens hun reis
gepasseerde plaatsen en wegen zo nauwkeurig
heeft vermeld. Behalve bij "d'Oute Poppe" levert
het volgen van hun tocht weinig problemen op.
Gelukkig blijken nog vele oude plaats- en wegna
men in het Schouwse land bewaard te zijn geble
ven ondanks kleinere of grote wijzigingen in ter
rein, tracé of wegdek. Dit stemt tot vreugde
tegenover het verdriet om alles wat na de oorlog
en de ramp in onze streek verloren is gegaan.
Afkortingen van aangehaalde werken:
Kron. Zeem. (Sch.-D.) - Kroniek van het Land van de Zeemeermin (Schouwen-Duiveland), jaarboek van onze
vereniging, geciteerd naar jaargang, jaartal en pagina.
WZD - Woordenboek der Zeeuwse dialecten, onder redactie van Ha.C.M. Ghijsen, Den Haag z.j. (blijkens het
nawoord van de redactrice voltooid in augustus 1964).
Naschrift.
Over de schrijver (en spreker) van bovenstaand verhaal ontving ik nog de volgende bibliografische bijzon
derheden: P.J. Padmos werd geboren te Dreischor. Op 1 mei 1898 ging hij aldaar naar de lagere school. Uit
dat eerste schooljaar heeft hij nog herinneringen aan het kroningsfeest van koningin Wilhelmina. Daarna
werd hij door zijn vader en oom opgeleid als timmerman, welk ambacht in zijn familie reeds enkele gene
raties lang werd uitgeoefend. Na zijn jeugd en jongere jaren woonde Padmos geruime tijd te Nieuwerkerk
en thans heeft hij het anker uitgeworden "in 't Opper" ter Bruinisse.
Dev.
in de Zierikzeese Nieuwsbode van 27 juni 1985 werden de navolgende herinneringen aan Padmos opge
haald.
"in memoriam P.J. Padmos
Maandag is op bijna 93-jarige leeftijd de heer Pieter Jan Padmos overleden, sinds negen jaar bewoner van
"in 't Opper". De heer Padmos was een man met bijzondere gaven en talenten die hij niet onbenut liet. Met
enorme precisie maakt hij de fraaiste houtsnijwerken, tekende hij veel en maakte prachtige schilderijen.
Een man met gouden handen, wiens vele werkstukken tijdens de driemaandelijkse tentoonstelling in het
gemeentehuis waren te bewonderen. Het grootste deel van zijn lange werkzame leven is Padmos timmer
man geweest. Hij leerde het vak van z'n vader in Dreischor. Gebrek aan timmerwerk maakte
dat hij eerst verzekeringsagent van RWS werd op Schouwen-Duiveland, met als standplaats Bruinisse.
Enkele jaren later kon hij z'n oude vak toch weer ter hand nemen, toen hij de werkplaats van M. Kriger kon
overnemen, in die wagenmakerij was z'n eerste werkstuk een houten carrosserie voor de kolenauto van
kolenhandel D. van den Berg. Na de oorlog werd hij expert in het ramen van de oorlogsschade op de
Zeeuwse eilanden. Daarna trad hij in dienst van de Baron Schimmelpenninck v.d. Oije, baron van Oosterland.
Hij woonde toen in Nieuwerkerk waar in de rampnacht z'n huis wegspoelde.
Sinds negen jaar was hij een zeer gewaardeerde en zeer actieve bewoner van "In 't Opper", waar hij zich
helemaal toelegde op z'n vaardigheden, schilderen, tekenen en hout bewerken. De gouden handen rusten
nu van het vele werk, maar zullen via de vele werkstukken nog in veler herinnering voort leven".
15